1.4 De stedelijke cultuur van Nederland

H1 Regenten en vorsten
        §1.4 De stedelijke cultuur van Nederland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 Regenten en vorsten
        §1.4 De stedelijke cultuur van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

In 1602 wordt de ________opgericht

Dit bedrijf heeft _________________ (dit betekent __________) in Indië

Het was een winstgevend bedrijf, maar gebruikt vaak _______________

Het was het ______________ bedrijf ter wereld en ze handelden ________________


Zet de begrippen op de juiste plek in de tekst
Monopolie
mooiste
Alleenrecht
over de hele wereld
VOC
grootste
geweld
in Europa

Slide 2 - Sleepvraag

Wat kun je wel meenemen en wat niet? 
JE KOFFER
JE DIEREN
HERINNERINGEN
RIJSTKORRELS
JE BED
JE DROMEN
JE FAMILIE
JE TAAL
JE GELOOF
JE TROMMELS
JE MUZIEK
JE GOUD
JE BOEKEN
JE KENNIS

Slide 3 - Sleepvraag

Zet de begrippen op de juiste plaats
West-Indië
Oost-Indië
Slaven
VOC
Tabak, katoen, suiker
WIC
Specerijen

Slide 4 - Sleepvraag

Een meisje
Een hond
Het oog van Rembrandt
Een helm met eikenblad
Een kleine man

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

§1.4 De stedelijke cultuur van Nederland
Welvaart en cultuur

  • De Republiek was anders dan andere landen...

Slide 7 - Tekstslide

Wat was er anders aan de Republiek vergeleken met andere landen in Europa?

Slide 8 - Open vraag

§1.4 De stedelijke cultuur van Nederland
Welvaart en cultuur

  • De Republiek was anders dan andere landen...
  •  
  • - Weinig adel
  • - Katholicisme verboden
  • - Geen schilderijen in de kerk
  •  
  • --> NLse kunst ging over dagelijks leven

Slide 9 - Tekstslide

Kennis van de Wereld
Door de Europese expansie kregen Europeanen meer kennis van de wereld.

Nederlanders verwerkte deze informatie in kaarten en wereldbollen die in heel Europa verkocht werden. 

Voorbeeld hiervan is de eerste atlas van  Willem Blaeu. De Atlas Major 

Slide 10 - Tekstslide

Maar ook kunst... 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

§1.4 De stedelijke cultuur van Nederland
Calvinistische invloed

  • De Republiek was christelijk: Gereformeerd (Calvinisme)
  • Dit was de hoofdgodsdienst
  •  
  • Andere manieren van geloven werden gedoogd

Slide 14 - Tekstslide

Andere manieren van geloof werden wel Gedoogd, wat betekent dit?

Slide 15 - Tekstslide

Ons’ Lieve Heer op Solder , 
exterieur
Ons' Lieve Heer op Solder,
interieur 
Op de zolder van dit grachtenpand bevindt zich een kerk, gebouwd door de eigenaar het pand. Aan de zijkant van dit hoekhuis bevindt zich een deur waardoo kerkgangers naar binnen konden

Slide 16 - Tekstslide

Wetenschappelijke Revolutie

Slide 17 - Tekstslide



Galileo Galilei


  • De zon draait niet om de wereld, zoals de Kerk en iedereen geloofde ... (geocentrisch)
  • ...maar de wereld om de zon (heliocentrisch)
  • En de Kerk? Die deed Galilei in de ban.

Slide 18 - Tekstslide

Isaac Newton
Zwaartekracht

Slide 19 - Tekstslide


Hoe werd de Republiek bestuurd?
A
Door een regent
B
Door een raadspensionaris
C
Door de Staten-Generaal
D
Door een stadhouder

Slide 20 - Quizvraag

Deze vraag gaat over 'stedelijke cultuur in Nederland'.

Willem en Joan Blaeu maakten en verkochten land- en zeekaarten, globes en atlassen.

Welke zin is juist?

Willem en Joan Blaeu konden hun vak uitoefenen als gevolg van:
A
de Europese expansie, waarmee de kennis over de wereld was vergroot.
B
de groei van de welvaart, waardoor mensen vaker op vakantie gingen.
C
de publicatie van de Statenbijbel die het gebruik van atlassen toestond.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 21 - Quizvraag

Deze vraag gaat over cultuur in de Republiek:

Wat zijn goede voorbeelden van de burgerlijke cultuur in de Republiek?

1 De bestuurders in de steden waren regenten die veel kunst kochten.
2 De gereformeerden hadden de meeste rechten.
3 Er werd veel literatuur gelezen, bijvoorbeeld de werken van Jacob Cats.
4 Veel uitdrukkingen in het Nederlands komen uit de Statenbijbel.

A
1 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
3 en 4

Slide 22 - Quizvraag

Deze opdracht gaat over 'wetenschap en techniek'. Een van de bekendste wetenschappers uit de tijd van 'Regenten & Vorsten' was Newton (zie plaatje).

Welke uitspraak past bij de werkwijze van de wetenschappers in de tijd van de wetenschappelijke revolutie?

De wetenschappers:
A
kwamen voornamelijk uit de Republiek.
B
twijfelden niet aan de juistheid van de Bijbel.
C
vertrouwden steeds meer op hun eigen waarnemingen.
D
vonden dat de filosofen uit de oudheid per definitie gelijk hadden.

Slide 23 - Quizvraag


Wat wordt er met de Wetenschappelijke Revolutie bedoeld?
A
Een periode in de geschiedenis waarin er ontzettend veel nieuwe wetenschappelijke uitvindingen worden gedaan aan de hand van rationeel denken.
B
Een periode in de geschiedenis waarin wetenschap wordt omarmd door de kerk en de paus.
C
Een periode in de geschiedenis waarin de mensen een revolutie beginnen om de wetenschap te stoppen.

Slide 24 - Quizvraag

§1.4 De stedelijke cultuur van Nederland
Maken van §1.4:
  •  


Slide 25 - Tekstslide