3F NuNederlands Woordenschat 2

periode 3 Woordenschat
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

periode 3 Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat 2
Een Zomereik is voor mij een Quercus robur en in Frankrijk en Duitsland heet ie precies hetzelfde. Makkelijk toch of niet?
 Standaardlijst voor Nederlandse namen van Cultuurplanten.

Slide 2 - Tekstslide

De eerste naam 'Quercus' is de familienaam, daaraan kan ik zien dat het ook familie is van verschillende andere soorten eiken. De tweede naam 'robur' geeft de soort aan, in dit geval maakt het duidelijk dat het om een zomereik gaat. Overigens zegt die tweede naam vaak ook iets over de eigenschap van de plant zelf, maar dan gaat het wel weer over de Latijnse betekenis. In dit geval betekent 'robur' kracht, dit lijkt ook op ons Nederlandse woord robuust.
Tenslotte heeft een plantennaam vaak nog een toevoeging, de zogenaamde cultivar naam. Dit is dus niet de 'originele' soort, maar een door mens gekweekte soort door middel van mutatie of kruising. Een bekende zuilvormige Zomereik heeft bijvoorbeeld als volledige naam Quercus robur 'Fastigiata Koster'.

Slide 3 - Tekstslide

Beverboom....

Tulpenboom



Standaardlijst voor Nederlandse namen van Cultuurplanten. 


https://www.naktuinbouw.nl/sites/default/files/Nederlandse%20namen%20van%20cultuurplanten%20%28standaardlijst%202020%29.pdf

Slide 4 - Tekstslide

Doel van de les
2.1 Je zoekt snel en doelgericht een woord op in het woordenboek
2.2 Je kiest in het woordenboek de juiste betekenis van een woord

Slide 5 - Tekstslide

Werken met een woordenboek
1. Stel vast welk trefwoord je zoekt

 Gefrankeerd -> frankeren
Gezien -> zien

Uitdrukking:
De pot verwijt de ketel -> pot (eerste zelfst. naamwoord)


Slide 6 - Tekstslide

Werken met een woordenboek
2. Ben je bij de juiste letter? Zoek dan verder op tweede en derde letter. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 4
Gebruik evt. online woordenboeken zoals
www.vandale.nl
www.woordenlijst.org
www.woorden.org

Slide 9 - Tekstslide

Doel van de les
2.1 Je zoekt snel en doelgericht een woord op in het woordenboek
2.2 Je kiest in het woordenboek de juiste betekenis van een woord

Slide 10 - Tekstslide

Meerdere betekenissen
Een woord kan meerdere betekenissen hebben. Uit de zin of context leid je af, welke betekenis je nodig hebt. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 6

Wat niet af is, is huiswerk! 

Slide 12 - Tekstslide

Doel van de les
2.3 Je gebruikt de informatie over schrijfwijze, uitspraak en extra’s uit het woordenboek. 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 

Slide 14 - Tekstslide

Doel van de les
2.4 
Je weet welke woordenboeken je online kunt gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Online woordenboeken
www.vandale.nl
www.woordenlijst.org
taaladvies.net
encyclo.nl
synoniemen.net

Slide 16 - Tekstslide

Handig:
Bij vragen waarbij je het leidraad moet gebruiken -> gebruik woordenlijst.org 


Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten bij 2.4 

Slide 18 - Tekstslide

Toetsen: herkansingen
- NU Nederlands Inloggen en dan klikken op digitaal toetsen
- Uitslag na anderhalf uur bekend
- Toegangscode toets: 27122
Toets woordenschat staat klaar
Toets luisteren 1, open tot 15.00 uur vandaag 
Vragen/problemen: kom terug naar deze teams-meeting

Slide 19 - Tekstslide