BB K12 Voorbehoedmiddelen
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
je ziet een condoom en een spiraaltje.
Voorkomt het gebruik van een condoom zwangerschap? En voorkomt het gebruik van een spiraaltje zwangerschap?
Voorkomt het gebruik van een condoom zwangerschap? En voorkomt het gebruik van een spiraaltje zwangerschap?
A
alleen een condoom
B
alleen een spiraaltje
C
zowel een condoom als een spiraaltje
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Twee condooms over elkaar beschermt nog beter dan wanneer je één condoom gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Dat kan geen kwaad. Je kunt je stopweek overslaan
Welke van de volgende beweringen over het condoom is juist?
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Beide beweringen
D
Geen van beide beweringen
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe vaak kan je een condoom gebruiken?
A
1 keer
B
Meerdere keren
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het voordeel van het gebruik van een condoom?
A
Het voelt fijner
B
Beschermt ook tegen soa's
C
Het is betrouwbaarder dan andere methodes
D
Je kan hem niet vergeten
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De pil beschermt je
A
alleen tegen zwangerschap
B
alleen tegen een soa
C
tegen zwangerschap en soa's
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dit voorbehoedsmiddel is bekend als
A
het spiraaltje
B
sterilisatie
C
het pessarium
D
de nuvaring
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dit voorbehoedsmiddel is ... en beschermt .. tegen SOA's
A
het condoom, niet
B
het condoom, wel
C
het pessarium, niet
D
het pessarium, wel
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De pil werkt door...
A
Suiker
B
Je speeksel
C
Zetmeel
D
Hormonen
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk anticonceptiemiddel voorkomt niet alleen zwangerschap, maar ook SOA's?
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe werkt de Pil?
A
zorgt dat het baarmoederslijmvlies groeit
B
zorgt dat er geen ovulatie plaats vindt
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk voorbehoedsmiddel is hier
afgebeeld?
afgebeeld?
A
de pil
B
spiraal
C
condoom
D
pessarium
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een pessarium biedt bescherming tegen geslachtsziekten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
