Voegwoorden verbinden zinnen of zinsdelen met elkaar.
Bv. Mijn moeder kookt vandaag, dus ik ga naar huis. Eigenlijk bestaat deze zin uit twee zinnen.
Een voegwoord kan ook voorkomen in een enkelvoudige zin. Bv. Ik hou van schaatsen, fietsen en vissen.
We hebben twee soorten voegwoorden:- Nevenschikkende voegwoorden (naast/gelijkwaardig)
- Onderschikkende voegwoorden (onder/niet gelijkwaardig)