master geluid

master geluid
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 13 videos.

Onderdelen in deze les

master geluid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Formule voor geluidssnelheid
v = de geluidssnelheid in meter per seconde (m/s)
s = de afstand die het geluid aflegt in meter (m)
t = de tijd in seconde (s)

Slide 7 - Tekstslide

Geluidssnelheid meten
Je maakt een geluid.
microfoon 1 vang het geluid op en de tijd gaat lopen.
10 meter verderop vangt microfoon 2 het geluid iets later op.
De tijd tussen de 2 registraties van de microfoons gebruik je voor het berekenen van de geluidssnelheid(zie volgende slide).

Slide 8 - Tekstslide

Geluidssnelheid meten
Bij t 0,0 ms begint de tijdmeting vanaf microfoon 1.
Bij microfoon 2 komt het geluid bij t 30,0ms

Dus over 10 meter doet het geluid 30 ms.
ms = milliseconde

Slide 9 - Tekstslide

Geluidssnelheid meten
s = 10 meter
tijd = 30 ms    30/1000 = s  (seconde)

Slide 10 - Tekstslide

geluidssnelheid
De geluidssnelheid door de lucht is ongeveer 343 m/s bij 
20 oC. (hier moet je dus mee rekenen)

De geluidssnelheid hangt af
van de tussenstof. 

In water is de geluidssnelheid
1500 m/s

In de volgende slide zie je een video waar een 
straaljager sneller gaat als het geluid.
dit gaat gepaard met een wolk en een explosie.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Echoscopie en echolood

Slide 13 - Tekstslide

Echolood
Een schip zendt pulsen uit om de diepte van de zee te meten. Tussen het uitzenden en weer ontvangen van het geluid zit een tijd van 3s.
Bereken de diepte van de zee.

v (geluid in zeewater= 1510 m/s
t  (heen en weer)= 3 s---> t (alleen heen)= 1,5 s
s= ??
s = v x t= 1510 x 1,5= 2265 m

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Echolood en echolocatie

Op schepen wordt de diepte van het water gemeten met een echolood (dieptemeter)

Deze techniek heet echolocatie

Op vissersschepen wordt echolocatie gebruikt om scholen vissen op te sporen. (fishfinder)

Slide 16 - Tekstslide

echolood en echolocatie
Een echolood bestaat uit een zender en een ontvanger.
De zender stuurt een toon naar de bodem en deze wordt teruggekaatst.
De ontvanger vangt het teruggekaatste signaal weer op.

De tijd tussen het uitzenden
en ontvangen geluid wordt gemeten.

Met de geluidssnelheid in
water kun je dan berekenen
hoe diep het water is.

Slide 17 - Tekstslide

Echografie

Echografie wordt gebruikt om tijdens de zwangerschap de baby te controleren.
Het geluid wordt in het lichaam teruggekaatst en wordt omgezet in bewegende beelden.

In de volgende slide een echofilmpje

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Neem over in je schrift:
De frequentie (of toonhoogte) is het aantal trillingen dat een voorwerp in één seconde maakt.

De eenheid van frequentie is Hertz (Hz).

Een hoge toon heeft veel trillingen per sec (dus een hoge frequentie).

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Trillingstijd
De trillingstijd is de tijd die 1 trilling duurt.

Vaak in ms of s gegeven.

Slide 25 - Tekstslide

Neem over in je schrift
frequentie in Hz
Trillingstijd in s

Slide 26 - Tekstslide

Onthouden
  • Geluid ontstaat door trilling van de lucht.
  • Een trilling is een heen- en weergaande beweging.
  • De frequentie of toonhoogte van een geluid is het aantal trillingen per seconde.
  • Een kortere snaar maakt een hogere toon.
  • Een strakker gespannen snaar maakt een hogere toon.
  • Met een oscilloscoop kun je (geluids)trillingen zichtbaar maken op een schermpje.
  • Een oscillogram is de weergave van geluid op een oscilloscoopscherm.
  • De tijd voor een hele trilling noem je de trillingstijd.
  • Bij een harder geluid heeft de trilling een grotere amplitude.
  • 1 s = 1000 ms; 1 ms = 0,001 s.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

0

Slide 34 - Video

Stembanden
Mensen kunnen op meerdere manieren geluid maken. Je kunt klakken met je tong, stampen met je voeten en praten of zingen. 

Wanneer je praat of zingt maak je geluid met je stembanden. 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Oor
Je oor is een ontvanger van geluid. Het trommelvlies vangt de trillingen op, en stuurt het naar de gehoorzenuw. 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

0

Slide 39 - Video