crimi 1-2-3

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is criminaliteit?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat is het verschil tussen een overtreding en een misdrijf?
Wat is het verschil tussen een overtreding en een misdrijf? 

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 4 - Quizvraag

Je ziet een jongen op de fiets met zijn telefoon in de aanslag. Dat is sinds 1 juli 2019 verboden bij de wet. Aangezien het een licht vergrijp is wordt het gezien als een overtreding. Je krijgt een boete van 95 euro.
Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 5 - Quizvraag

Je ziet hier iemand iets stelen. Stelen is een misdrijf.
Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


 Misdrijf of overtreding?
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 8 - Quizvraag

Met wildplassen wordt niet bedoeld dat je wild plast, maar dat je ergens plast zonder dat er een wc is. Het kost je 120 euro en wordt gezien als een licht vergrijp. Het is daarom een overtreding, want je krijgt een boete.
Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 9 - Quizvraag

Je ziet hier een test voor een scooter. Als deze is opgevoerd (dus harder kan rijden dan is toegestaan) wordt dat gezien als een licht vergrijp. Je begaat dus een overtreding en kan een boete krijgen.
Misdrijf of overtreding?

A
Gevangenis
B
Huis van Bewaring

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zware criminaliteit is:

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Daders van zware criminaliteit zijn makkelijk op te sporen
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vorm van zware criminaliteit ?
A
Stelen
B
Inbreken
C
Terrorismebestrijding
D
Mensenhandel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Winkeldiefstal, zakkenrollen, vernielingen en graffiti horen bij:
A
Veelvoorkomende criminaliteit
B
Zware Criminaliteit

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van zware criminaliteit?
A
Moord
B
Gewapende overval
C
Inbraak
D
Fietsendiefstal

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Georganiseerde misdaad valt onder zware criminaliteit.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Winkeldiefstal
A
Witteboordencriminaliteit
B
Veelvoorkomende criminaliteit
C
Zware criminaliteit

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort criminaliteit zie je vaak bij jongeren?
A
Witteboordencriminaliteit
B
Zware criminaliteit
C
Veelvoorkomende criminaliteit

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 4 risicofactoren van criminaliteit?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bindingstheorie?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rationele-keuze-theorie?
'de gelegenheid maakt de dief'.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Adam ziet bij een huis dat de sleutel nog in de voordeur zit. Hij gaat snel het huis binnen en neemt een portemonnee, smartphone en laptop mee. Welke theorie verklaart dit criminele gedrag?
A
De etiketteringstheorie
B
De persoonlijkheidstheorie
C
De gelegenheidstheorie
D
De bindingstheorie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.      
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gelegenheid maakt de dief

(theorie?)
A
Rationele-keuzetheorie
B
Bindingstheorie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een jongen hoorde vaak rot opmerkingen over zijn herkomst en hoorde mensen praten over hoe crimineel zijn herkomstgroep wel niet was. Hij ontdekte dat hij een criminele reputatie had in de samenleving. Toen hij illegaal aan een rijbewijs kon komen dacht hij 'als mensen toch al denken dat ik crimineel ben, dan kan ik dit best een keer op deze manier doen'.
A
Gelegenheidstheorie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Ettiketeringstheorie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies