The Future

Future tenses
Bekijk de uitleg goed en maak daarna de vragen.
Er zijn 4 manieren waarop je een werkwoord kan vervoegen om een future tense te maken, het is belangrijk dat je weet welke je moet gebruiken!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Future tenses
Bekijk de uitleg goed en maak daarna de vragen.
Er zijn 4 manieren waarop je een werkwoord kan vervoegen om een future tense te maken, het is belangrijk dat je weet welke je moet gebruiken!

Slide 1 - Tekstslide

Met de 'Future Tense' kan ik dingen zeggen over:
A
Wat er nog gaat gebeuren
B
Wat in het eerder al is gebeurd
C
Wat nu aan de gang is
D
Wat in het verleden begon en nu stopt

Slide 2 - Quizvraag

Future tenses
Present Simple 
er is sprake van een vast schema
the bus leaves in 5 minutes
he/she/it + ww + s
Present Continuous
in de nabije toekomst, tijd & plaats staat vast
we are leaving in 5 minutes
am/is/are + ww+-ing
To be going to 
plannen voor in de toekomst
voorspellingen met bewijs
I am going to clean my room today
am/is/are + going to + ww
Will/shall
(won't)
beloftes / iets aanbieden/ voorspellingen zonder bewijs
I will not tell anyone
Shall/will (not) + ww

Slide 3 - Tekstslide

Use of future tenses 
timer
1:00
Een gebeurtenis in de toekomst die al gepland of afgesproken is. 
Een belofte of toezegging 
Een voorspelling waar geen of weinig bewijs voor is. 
Een voorspelling waar bewijs voor is. 
Een plan waar nog niets voor geregeld is. 
Een vaste gebeurtenis, door een ander gepland. Je kunt het opzoeken. 
Future met will 
Future met going to
Present simple 
Present continuous

Slide 4 - Sleepvraag

Future tenses
Everything is booked!
We _______ to London in November.
timer
0:20
A
will
B
are going to travel
C
travel

Slide 5 - Quizvraag

Future tenses
"Can you help me?"
Yes, I __________.
timer
0:20
A
am going to
B
will
C
won't
D
shall

Slide 6 - Quizvraag

Future tenses:
The plane ......... at six o'clock this evening.
A
is leaving
B
leaves
C
will leave
D
is going to leave

Slide 7 - Quizvraag

__________ I help you?
A
shall
B
will

Slide 8 - Quizvraag

Future tenses
Present Simple 
er is sprake van een vast schema
the bus leaves in 5 minutes
he/she/it + ww + s
Present Continuous
in de nabije toekomst, tijd & plaats staat vast
we are leaving in 5 minutes
am/is/are + ww+-ing
To be going to 
plannen voor in de toekomst
voorspellingen met bewijs
I am going to clean my room today
am/is/are + going to + ww
Will/shall
(won't)
beloftes / iets aanbieden/ voorspellingen zonder bewijs
I will not tell anyone
Shall/will (not) + ww

Slide 9 - Tekstslide

The train _______ (arrive) at 6 o'clock.

Slide 10 - Open vraag

Look at those clouds! It surely ___________ (rain).

Slide 11 - Open vraag

Hurry up! We ________ (leave) in 10 mintutes!

Slide 12 - Open vraag

They said it _____ (rain) later.

Slide 13 - Open vraag

I ______ (visit) granny this afternoon.

Slide 14 - Open vraag

future (hele zin overnemen)
+ The English lesson ....... at 8:45. (to start)

Slide 15 - Open vraag

Future (alleen missende stukje)
+ They ...... (fly) to Seattle next summer holidays.


Slide 16 - Open vraag

Future (alleen missende stukje)
These boxes are so heavy. ..... them for me, please? (you/to carry)

Slide 17 - Open vraag

What do you know about the future tense (write down at least 5 things)

Slide 18 - Woordweb