WEEK 12 unité 3.5 het bijvoeglijk naamwoord

Bienvenue!




klas 2C en 2D zitten volgens de vaste plattegrond


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!




klas 2C en 2D zitten volgens de vaste plattegrond


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Het belang van de uitspraak!!

Bingo: 
punt voor stomme h
punt voor weglaten s

Slide 4 - Tekstslide

les absents
Tu habites où? J'habite à Meppel/Rouveen etc.

Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.
Il/elle s'appelle comment? Il/elle s'appelle ......... Marieke etc.

C'est quel jour aujourd'hui? C'est mercredi, jeudi, vendredi
Quel temps fait-il? Il fait beau, il neige etc


Slide 5 - Tekstslide

je suis présent (m- enkelvoud)
je suis présente (v-enkelvoud)

Job et Sam sont présents (m-meervoud)
Merle et Fleur sont présentes (v-meervoud)

Slide 6 - Tekstslide

Pak je aantekeningenschrift OF
open je document "aantekeningen Frans"

lesdoel: je weet hoe je het bijv. nw gebruikt in een zin
les 1 herhaling klas 1, les 2 bijzondere vormen

Titel: un 3 app 5 het bijvoeglijke naamwoord
We maken aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord:
de rode auto
het kleine kind

Slide 8 - Tekstslide

vorm en plaats
vorm: het bijvoeglijk naamwoord heeft dezelfde vorm als het zelfstandig naamwoord 
un homme charmant-une femme charmante
2 hommes charmants - 2 femmes charmantes

plaats: de hoofdregel is dat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat

Slide 9 - Tekstslide

tabel aantekeningen aanvullen

Slide 10 - Tekstslide

video leerjaar 1

Slide 11 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Slide 12 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Wat weten we nog?

Un garçon français.                     Een Franse jongen.
Une fille française.                       Een Frans meisje.



Slide 13 - Tekstslide

In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord vaak ... het zelfst. nw.

Slide 14 - Open vraag

bijv nw die ervóór komen
Deze woorden moet je kennen!! Ook de vertaling!
joli - leuk, bijv. une jolie fille
grand - groot ,  bijv. un grand homme
petit - klein
bon- goed
beau - mooi
nouveau - nieuw
vieux - oud

Slide 15 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk woord hoort krijgt een extra ...
A
e
B
s

Slide 16 - Quizvraag

Ken je dit schema nog?

Slide 17 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Un pantalon rouge.           -->           Une robe rouge.

Un garçon français.          -->           Deux garçons français.
  • Geen extra -e, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e.
  • Geen extra -s, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s of een -x.

Slide 18 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Elle a une ___ jupe.
A
joli
B
jolie

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
La série est ___.
A
intéressant
B
intéressante

Slide 20 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
C'est une ___ actrice.
A
grand
B
grande

Slide 21 - Quizvraag

dernière question...

Slide 22 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Elle a deux chats (m) ___ .
A
noirs
B
noir

Slide 23 - Quizvraag

Maak de opdrachten over het bijvoeglijk naamwoorden die klaarstaan in Learnbeat.

Klaar? Bekijk dan alvast de video die hoort bij de tweede les van deze week. Deze gaat over de bijzondere vormen.

Slide 24 - Tekstslide

deel 2 bijv naamwoorden
De bijzondere vormen

Slide 25 - Tekstslide

bijzondere vormen kijk in je boek, 2 h wijkt af
-tabel aantekeningen
mannelijk      -            vrouwelijk
oud: vieux -                 vieille
nieuw: nouveau-     nouvelle
mooi: beau -              belle
wit: blanc-                  blanche
gek: fou -                    folle
lang: long-                 longue

Slide 26 - Tekstslide

Le sac est
A
nouveau
B
nouvelle

Slide 27 - Quizvraag

La grand-mère est...
A
vieille
B
vieux

Slide 28 - Quizvraag

zelfstandig werken
Maak de opdrachten in Learnbeat.

Klaar? Schrijf het huiswerk voor volgende week in je agenda en start met het leren van de woordjes.

Slide 29 - Tekstslide

devoirs volgende week
leren apprendre 8
leren: de bijvoeglijke naamwoorden aantekeningen / theorie in je boek

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide