veel spelletjes

Speel een rondje ‘Ik ga naar de markt en koop ...’ en zorg ervoor dat je als een van de laatste twee spelers overblijft. (Zoals ‘ik ga op reis en neem mee ...’).
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Speel een rondje ‘Ik ga naar de markt en koop ...’ en zorg ervoor dat je als een van de laatste twee spelers overblijft. (Zoals ‘ik ga op reis en neem mee ...’).

Slide 1 - Tekstslide


Je krijgt zo meteen een lijst met verschillende voorwerpen. Je krijgt een minuut de tijd om er minstens vijftien te onthouden of op te schrijven.
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

beeldscherm, stoel, pen, spuit, tang, nietmachine, schrijfblok, Jerferson, papier, koptelefoon, schilderij, muis, toetsenbord, laptop, boek, spelletje, kabel, stekker, raam, venster, boom, lantaarn, gebouw, blaadjes, hek, geit, vijver, dakgoot, bril, haren, armband, ring, horloge, capuchon, Sjimmie, prullenbak, nietje, rugzak, brood, lunch, water, theeglas, koffie, muismat, deur, airco, meisje, boekentas, kleurpotlood, krijtje, stift, hamburger, ei, hond, auto, yogamat, sporttas, Jesper, oorlog, tank, tshirt, schoenen, broek, Jeugdjournaal, Siem, aula, broodje, geweer, gymzaal, bal, spelen, ringband, pamper  

Slide 3 - Tekstslide

Praat gedurende één minuut lang over een aardappel.
Daarna verzint die persoon een nieuw onderwerp en geeft de beurt door.
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Zeg het alfabet binnen de twee minuten achterstevoren op.
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Maak in één minuut minstens vijf verschillende woorden met de letters van het woord ‘slachthuis’. Je hoeft niet in elk woord alle letters te gebruiken.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide


Maak een woordenketting van minstens 25 woorden in het thema ‘winkelnamen’. Materiaal: pen en papier.

Slide 7 - Tekstslide

Teken een huis in één lijn (dus zonder je pen op te tillen). Materiaal: pen en papier

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk woorden op die ook achterstevoren een goed woord zijn. Materiaal: pen en papier.

Slide 9 - Tekstslide

Speel een rondje pictionary met als centrale thema "wat heb je in de meivakantie gedaan". Zodra de anderen drie dingen geraden hebben die jij tekende, is de opdracht geslaagd. 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in één minuut minstens zoveel mogelijk fietsonderdelen op. 
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide


Schrijf zo snel mogelijk vijf planten op die beginnen met de letter P. Dat mag met groenten of fruit te maken hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Leg in vijf zinnen uit wat er het eerste kwam en waarom: de kip of het ei. 

Slide 13 - Tekstslide