starttaal vooraf thema 2 woordenschat
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
gezondheid
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
De winkel waar je medicijnen kunt halen.
A
De supermarkt
B
De apotheek
C
Het recept
D
De bijsluiter
Slide 9 - Quizvraag
Voordat je de medicatie inneemt, wat moet je eerst lezen?
A
De krant.
B
Het recept.
C
Het boek.
D
De bijsluiter
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat kun je krijgen tijdens het sporten?
A
De blessure.
B
De apotheek.
C
Het recept.
D
Het eetpatroon.
Slide 13 - Quizvraag
Als je fit bent, dan heb je een goede.......
A
behandeling.
B
smaak.
C
conditie.
D
dag.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Je gaat naar een fysiotherapeut en je krijgt daar een ........ aan je knie.
A
het eetpatroon.
B
behandeling.
C
de conditie.
D
het recept.
Slide 16 - Quizvraag
Als je heel veel sport, dan ben je super........
A
blij.
B
ongelukkig.
C
sportief.
D
lang.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Ik eet elke dag wel groente en fruit, dus ik krijg genoeg ...........
A
weinig slaap.
B
weinig water drink.
C
bijna niks eet.
D
vitamine C binnen.
Slide 21 - Quizvraag
Ik ben gek op groente en fruit, ik heb een.....
A
gezond eetpatroon.
B
goede conditie.
C
slechte eetpatroon.
D
slecht gezondheid.
