1.1 Producten maken

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Economie 1.1 Producten maken

Economie

Leerdoelen 1.1

1. Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen dat elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt aan het product.
2. Aan het einde van deze paragraaf weet je welke productiefactoren bedrijven gebruiken bij het produceren.
3. Aan het einde van deze paragraaf weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben.
4. Aan het einde van deze paragraaf kun je de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.

Bedrijfskolom

• De weg die een product aflegt van grondstof 

tot eindproduct is voor te stellen met de 

bedrijfskolom. 

• Tussen de schakels van een bedrijfskolom                                     wordt het product bewerkt. Het wordt dan 

       meer waard: toegevoegde waarde

Productiefactoren

Arbei

Arbeid

 arbeid of werk voor de productie

Kapitaal
gebouwen, machines, transportmiddelen

Natuur
grondstoffen en energie voor productie

(en ondernemerschap)

Technologische ontwikkeling

Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen

Kapitaalgoederen - investeren

• Met kapitaal  (geld) koop je kapitaalgoederen. Dit zijn gereedschappen, gebouwen, machines, auto's, die je gebruikt om producten te maken (hulpmiddelen)
  
  
• Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen = investeren 
  

Bedrijfskolom

Chocoladefabriek

Supermarkt

Importeur

Cacaoplantage

Groothandel

3 productiefactoren zijn:

1. natuur - arbeid en overheid
2. natuur - overheid en belasting
3. natuur - kapitaal en arbeid
4. arbeid - kapitaal en belasting

Welke productiefactor is door robots vervangen?

1. Natuur
2. Kapitaal
3. Arbeid
4. Ondernemerschap

Kun je nu 1.1 gaan maken?

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag

Ga online naar de methode van Economie (let op: kgt boek)

Maken: Opdr. 1 t/m