2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging 
deel 1
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging 
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?
1. Herhaling
2. Leervragen 2.3 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar kwamen de vrouwen in opstand tegen de discriminatie?
A
1815
B
1845
C
1870
D
1901

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feministen zijn ....
A
Mannen die opkomen voor hun rechten
B
Mensen die opkomen voor hun rechten
C
Mensen die opkomen voor rechten van mannen
D
Mensen die opkomen voor rechten van vrouwen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste vrouw die naar de universiteit ging was...
A
Rosa Luxemburg
B
Clara Zetkin
C
Aletta Jacobs
D
Marie Curie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leervragen
Uitleggen hoe de Tweede Kamer werkt.
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen hoe de regering gevormd word. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.

Besturen van het land, een provincie of een gemeente.

De Nederlandse politiek vindt plaats in Den Haag.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
  • Democratie is een manier waarop een land, bestuurd wordt. De naam komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren). 

  • In Nederland kiezen we volksvertegenwoordigers. Zij maken besluiten en wetten.

  • Die volksvertegenwoordigers vormen samen het parlement.

  • Het parlement bestaat uit Eerste kamer en de Tweede Kamer.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staten Generaal

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels
Volk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels
Volk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels
Volk
Provinciale Staten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdtaken Eerste Kamer

  • Kijken of de regering het goed doet (controlerende taak)

  • Nadenken over wetten, vooral als de Tweede Kamer ze al heeft goedgekeurd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdtaken Tweede Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten (wetgevende taak)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Regering
Na de verkiezingen van de Tweede Kamer werken politieke partijen samen om een regering te vormen.

De koning benoemt de ministers, en de premier leidt de regering.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is politiek?
A
Het handhaven van de orde en veiligheid.
B
Als een land een democratie is.
C
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.
D
Het parlement.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op het plaatje?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Athene
D
Het paleis van de koning.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen met dezelfde standpunten.
B
Een groep mensen die belangrijke beslissingen nemen.
C
Een vereniging van mensen met dezelfde hobby's.
D
Alle leden van de Eerste Kamer.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat het parlement in Nederland?
A
Eerste Kamer en Tweede Kamer
B
Koning en Koningin
C
Minister-President en Eerste Kamer
D
Tweede en Derde Kamer

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat de regering in Nederland?
A
Eerste Kamer en Tweede Kamer
B
Koning en ministers
C
Minister-President en Eerste Kamer
D
Tweede en Derde Kamer

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Kamerleden worden ook wel 'volksvertegenwoordigers' genoemd.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 60-61-62-63
  • KGT: bladzijde 66-67-68-69

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: lezen in je leesboek

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging 
deel 2

Slide 29 - Tekstslide

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?
1. Herhaling
2. Leervragen 2.3 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is politiek?
A
Het handhaven van de orde en veiligheid.
B
Als een land een democratie is.
C
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.
D
Het parlement.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op het plaatje?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Athene
D
Het paleis van de koning.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen met dezelfde standpunten.
B
Een groep mensen die belangrijke beslissingen nemen.
C
Een vereniging van mensen met dezelfde hobby's.
D
Alle leden van de Eerste Kamer.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat het parlement in Nederland?
A
Eerste Kamer en Tweede Kamer
B
Koning en Koningin
C
Minister-President en Eerste Kamer
D
Tweede en Derde Kamer

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Kamerleden worden ook wel 'volksvertegenwoordigers' genoemd.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leervragen
Uitleggen hoe de regering en parlement tegenwoordig samenwerkt.
Aan het eind van de les kan je...
Beschrijven hoe burgers invloeden hebben op de landelijke politiek.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regering = koning + ministers

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ministers
Maken wetsvoorstellen, uitvoeren van wetten en bepalen waar geld naartoe gaat. 

Voorbeelden:
  • Minister van Buitenlandse Zaken. 
  • Minister van Defensie. 
  • Minister van Onderwijs.  
  • Minister van Financiën


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kabinet
Als er een nieuwe regering is gevormd, dan wordt het kabinet gevormd. 

Het kabinet bestaat uit de minister-president, ministers en staatssecretarissen

We hebben nu kabinet Schoof I in Nederland:  PVV, VVD, NSC en BBB 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zitten er allemaal in het kabinet?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van burgers
Elke vier jaar verkiezingen, maar ook andere manieren:

1. Burgers kunnen demonstreren
2. Actiegroep oproepen
3. Burgers kunnen handtekeningen inzamelen
-> Burgerinitiatief

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kabinet bestaat uit..
A
Eerst en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
minister-president, ministers & staatssecretarissen
D
Koning en minister-president

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een staatssecretaris?
A
Een soort onderminister.
B
Een minister met een eigen team van ambtenaren.
C
Een lid van de Tweede Kamer.
D
De leider van het kabinet.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan voorbeelden van ministeries. Welke ministerie doet wat? Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes. 
Ministeries
Taken
Onderwijs
Buitenlandse Zaken
Financiën
Veiligheid en Justitie

Anti-pest programma is verplicht op scholen

Belastingen verhogen

De politie mag een wapen dragen

Overleg met de Spaanse president

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 
  • KGT: bladzijde 70-71-72-73

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: lezen in je leesboek

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies