Thema 7 les 1 woordenschat

Nederlands thema 7
Geld
Wat ga jij leren deze les?
- Ik leer nieuwe woorden die met geld te maken hebben.
- Ik weet hoe je maandelijks met je geld moet omgaan.
- Ik kan woorden en de uitleg van woorden bij elkaar zetten.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands thema 7
Geld
Wat ga jij leren deze les?
- Ik leer nieuwe woorden die met geld te maken hebben.
- Ik weet hoe je maandelijks met je geld moet omgaan.
- Ik kan woorden en de uitleg van woorden bij elkaar zetten.

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
het woord geld

Slide 2 - Woordweb

De les
- We lezen en bespreken de woorden.
- We maken samen een paar opdrachten.
- Je maakt in je eentje of in tweetallen opdracht 2 uit je boek.

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord past het best bij de foto?
A
Inkomen
B
Sparen
C
de uitgave
D
de belasting

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord past het best bij de foto?
A
contant geld
B
de garantie
C
de rekening
D
de schulden

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord bedoel ik? Lees de uitleg bij het plaatje.

Slide 6 - Open vraag

1

Slide 7 - Video

00:58
Wat zou jij doen?

Slide 8 - Open vraag

Welk woord past het best bij de foto?
A
de rekening
B
het inkomen
C
vaste lasten
D
zelfstandig

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord past het best bij de foto?
A
de schuld
B
de uitgaven
C
overmaken
D
de belasting

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord past het best bij de foto?
A
administratie
B
contant
C
de belasting
D
garantie

Slide 11 - Quizvraag

Zoek een foto op die te maken heeft met het woord salaris

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag
- Je maakt nu zelf of in tweetallen opdracht 2. 
- Als je klaar bent, en dat zou echt knap zijn, dan mag je ook opdracht 3 maken!

Slide 13 - Tekstslide