Herhaling Thema 2 Voortplanting en ontwikkeling
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke geslachtskenmerken ontwikkelen zich tijdens de puberteit?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn primaire geslachtskenmerken van de vrouw?
A
Borsten en vagina
B
Vagina en schaamlippen
C
Bredere heupen en borsten
D
Ronde lichaamsvormen en vagina
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn secundaire geslachtskenmerken van de man?
A
balzak en penis
B
borsthaar en penis
C
balzak en borsthaar
D
borsthaar en lagere stem
Slide 5 - Quizvraag
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?
teelbal
bijbal
prostaat
zaadblaasje
zwellichaam
zaadleider
Sperma
1
2
3
4
5
6
7
Slide 6 - Sleepvraag
Waar worden
de zaadcellen gemaakt?
de zaadcellen gemaakt?
A
in de prostaat
B
in de bijballen
C
in het zaadblaasje
D
in de zaadballen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de functie van de bijballen?
A
Het tijdelijk opslaan van zaadcellen
B
Het maken van zaadcellen
Slide 8 - Quizvraag
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is de functie van de eileiders?
A
vervoeren eicellen
B
maken eicellen
Slide 10 - Quizvraag
Waar vind de bevruchting plaats?
A
In de eierstok
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
Slide 11 - Quizvraag
Een ander woord voor de EISPRONG
A
Ovulatie
B
Menstruatie
Slide 12 - Quizvraag
Duurt de menstruatiecyclus ongeveer 28 dagen?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Tijdens de menstruatiecyclus verandert de slijmlaag aan de binnenkant van de baarmoeder.
Hier zie je drie keer de doorsnede van een baarmoeder afgebeeld.
Bij welk moment van de menstruatiecyclus hoort de doorsnede?
Tijdens de menstruatie
Kort na de menstruatie
Tijdens de ovulatie
Slide 14 - Sleepvraag
Kijk naar het plaatje.
Wat gebeurt er op dag 19-20-21 in deze menstruatiecyclus?
Wat gebeurt er op dag 19-20-21 in deze menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie
Slide 15 - Quizvraag
Met welke fase begint de bevalling?
A
indaling
B
ontsluiting
C
uitdrijving
D
nageboorte
Slide 16 - Quizvraag
Tijdens welke fase van de bevalling wordt een baby geboren?
A
Indaling
B
Uitdrijving
C
Ontsluiting
D
Nageboorte
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noemen we een kindje na 12 weken zwangerschap?
A
Kindje
B
Embryo
C
Foetus
D
Baby
Slide 18 - Quizvraag
Sleep het woord naar het juiste vak.
Veilige seks
Onveilige seks
Terugtrekken
De pil
Condoom
Periodieke onthouding
Morning-afterpil
Anticonceptie-ring
Spiraaltje
Slide 19 - Sleepvraag
Chlamydia is een soa.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Hoe kan je een SOA krijgen?
A
Via seksueel contact
B
van zoenen
C
Door uit hetzelfde glas te drinken als iemand met een Soa
D
Via de wcbril
Slide 21 - Quizvraag
Beschermt de pil tegen SOA's
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
Met welke voorbehoedsmiddelen kun je een SOA voorkomen?
A
De Pil
B
Het condoom
C
Het vrouwencondoom
D
Het Spiraaltje
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de EERSTE noodmaatregel die je kunt nemen bij een ongewenste zwangerschap?
A
Abortus
B
Zuigcurretage
C
Abortus Pil
D
Morning After Pil
