Woorden met eer oor eur
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Paars, geel, blauw. Dit is een ..............
A
kleur
B
kleir
C
kleer
D
klur
Slide 14 - Quizvraag
Ik ruik een lekkere ..............
A
gur
B
geer
C
geur
D
gir
Slide 15 - Quizvraag
Zon of wolken.
Welk ....... is het vandaag?
Welk ....... is het vandaag?
A
weur
B
veer
C
wir
D
weer
Slide 16 - Quizvraag
Dit is mijn knuffel. Het is een .........
A
bir
B
bur
C
deer
D
beer
Slide 17 - Quizvraag
A
boor
B
beer
C
bor
D
beur
Slide 18 - Quizvraag
Mama, deze bloem is .................. jou.
Slide 19 - Open vraag
Ik gooi met een ..................
Slide 20 - Open vraag
....... eens niet zo!
Slide 21 - Open vraag
......... jij het goed met je oren?
Slide 22 - Open vraag
Wat vind jij van deze ..............?
