H3.2 Van dorpje tot wereldrijk

Grieken en Romeinen



Geschiedenis 
Basis 1 - Periode 2
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grieken en Romeinen



Geschiedenis 
Basis 1 - Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...ken je de begrippen Germanen, republiek, senaat en president. (R)
...weet je hoe het Romeinse Rijk werd bestuurd en verdedigd. (T1)
...weet je dat de Romeinen ook in Nederland waren. (T1)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De legende van Romulus en Remus

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinen
De Romeinen veroverden vanaf Rome grote delen van Europa. 
Veel volkeren wilden wel bij de Romeinen horen:
  • Bood bescherming (je was veilig)
  • Kon handelen met andere steden/dorpen
  • Je kon goede banen krijgen (in het leger of als stadsbestuur)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee redenen waarom veel volkeren wel bij de Romeinen wilden horen.

Slide 6 - Open vraag

  • Bood bescherming (je was veilig)
  • Kon handelen met andere steden/dorpen
  • Je kon goede banen krijgen (in het leger of als stadsbestuur)
Wat is géén reden dat volkeren bij de Romeinen wilden horen?
A
De Romeinen boden hun bescherming.
B
Door veiligheid kon je goed handelen.
C
De Romeinen gaven je een goede baan.
D
De Romeinen waren niet eerlijk.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was de bescherming van de Romeinen belangrijk voor de handel?

Slide 8 - Open vraag

Bescherming was belangrijk omdat je dan veilig bent voor rovers en andere mensen die je iets aan willen doen. Daardoor kon je veilig over de Romeinse wegen rijden en je handelswaar bij een ander dorp/stad verkopen. 
Alle wegen leiden naar Rome

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel je woont in het Romeinse Rijk en Julius Caesar heeft Gallië veroverd. Wat waren de voordelen en wat waren nadelen?
Voordeel
Nadeel
Het wordt veiliger
Er komen goede wegen
Er gelden Romeinse wetten
Romeinen zijn de baas
Een baan krijgen in het leger
Er komt meer handel

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grenzen van het 
Romeinse Rijk

In het noorden was de grens de rivier de Rijn. Daarom liep deze grens dwars door ons land. Zo'n Romeinse grens werd een limes genoemd. 
Ten zuiden van die grens woonden de Galliërs. In het noorden woonden de Germanen.
Limes
Ander woord voor Romeinse grens.
Germanen
Volk dat ten noorden van de Rijn, de grens van het Romeinse Rijk, woonde.
Galliërs
Een volk dat in het Romeinse Rijk woonde. Tegenwoordig weten we dat zij in het gebied in Frankrijk woonden. Zij zijn beroemd geworden door de strips van Asterix en Obelix. Bekijk hier een film over deze twee helden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Germaanse stammen verslaan Romeinen
Vanaf het jaar 250 werden steeds meer soldaten die in Nederland gelegerd waren door de keizer teruggeroepen omdat ze moesten vechten in andere oorlogen in het rijk. Daardoor werd de grens in Nederland minder goed bewaakt. De Germaanse stammen gingen samenwerken waardoor ze de Romeinen in Nederland (en dus ook in de provincie Utrecht) konden verslaan. De Romeinen trokken zich uiteindelijk terug in Zuid-Europa.Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.
Uit de grond
In de provincie Utrecht liep de grens van Wijk bij Duurstede via Utrecht naar Woerden. Dat weten we omdat archeologen daar oude Romeinse spullen in de grond hebben gevonden. Zoals potten en wapens. Een paar jaar geleden werd in Leidsche Rijn een wachttoren en zelfs een heel schip opgegraven. Ook zijn er op verschillende plaatsen resten van wegen gevonden, waaronder grenspaaltjes.
Limes
Ongeveer 2000 jaar geleden veroverden de Romeinen (uit Italië) vele landen. Daardoor ontstond het grote Romeinse Rijk. Een groot deel van wat nu Nederland is, was toen Romeins. De rivier de Rijn stroomde van vlakbij Nijmegen via Utrecht naar de Noordzee. De Rijn was de noordgrens van het Romeinse Rijk. In het Latijn, de taal van de Romeinen, heet zo'n grens 'Limes'.
https://schooltv.nl/video/popup/het-romeinse-rijk-groot-machtig-en-rijk/#autoplay
De Woerden 7
In 2003 zijn in Woerden de restanten van een compleet Romeins schip gevonden. Dit schip wordt de Woerden 7 genoemd. Woerden lag op de grens van het Romeinse Rijk.
Forten en dorpen om de grens te bewaken
Langs de weg bouwden de Romeinen forten die ze castella noemden. Deze forten waren nodig om de grens te bewaken. In de provincie Utrecht stonden forten in Bunnik, in Utrecht op het Domplein, in Leidsche Rijn en in Woerden. De soldaten die de grens bewaakten, woonden in legerkampen rond de forten. In die dorpen waren werkplaatsen, winkels en natuurlijk een badhuis, want Romeinen vonden het belangrijk om schoon te zijn. En dat was in die tijd helemaal niet zo gewoon. Ook de vriendinnen en de kinderen van de soldaten woonden in deze dorpen.
Soldaten bouwen een weg
In de eerste eeuw na Christus bouwden Romeinse soldaten een belangrijke weg langs hun grens. De romeinen waren heel goed in het aanleggen in wegen, maar in Nederland verzakte hun weg telkens. Dat bleek te komen door de slappere bodem. Er zat hier veel water in de grond, ondermeer door overstromingen van de rivier.
https://schooltv.nl/video/popup/alle-wegen-leiden-naar-rome-een-machtig-rijk/#autoplay
De Germanen en de Romeinen
De Romeinen bouwden ook wachttorens langs de grens. Zo konden ze de verschillende germaanse stammen, die aan de andere kant van de grens woonden, goed in de gaten houden. Lange tijd ging het goed tussen de Romeinen en de Germaanse stammen. De Romeinen brachten namelijk allerlei nieuwe spullen mee, zoals glas, muntgeld en geschreven taal (het schrift), maar ook olijfolie, wijn en vissaus. Daarnaast bouwden ze stenen huizen met vloerverwarming, viaducten en waterleidingen en ze voerden belastingen en het schrift in.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"In het noorden van het Romeinse Rijk was de weg de grens."
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"In het noorden van het Romeinse Rijk was de rivier de Rijn de grens."
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"Ten noorden van de grens in Nederland woonden de Germanen."
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"Ten noorden van de grens in Nederland woonden de Galliërs."
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"Germanen woonden in kleine boerendorpen."
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"Romeinse soldaten mochten elk jaar een week naar huis."
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"Romeinen en Germanen hadden geen contact met elkaar."
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"Romeinen bouwden bij de forten prachtige villa's en badhuizen."
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"De grens van het Romeinse Rijk werd de limes genoemd."
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse Republiek

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse Republiek
Dit enorme Romeinse Rijk werd bestuurd vanuit Rome.
Meestal was er een koning aan de macht, maar rond 500 v.Chr. veranderde dat. De Romeinen joegen hun koning de stad uit en kozen voortaan zelf hun leiders. Rome werd een republiek
Republiek
Het Romeinse Rijk was een republiek. De leiders werden elk jaar gekozen. Maar aan de verkiezingen mochten lang niet alle mensen meedoen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse Republiek
Die republiek werd bestuurd door 600 oude en wijze mannen. Zij namen alle belangrijke beslissingen en noemden zichzelf de senaat. Deze senaat werd voorgezeten door twee consuls. Zij hadden voor een bepaalde periode de macht. 
Alleen als je rijk was kon je senator (of consul) worden.
Senaat
Vergadering waarin alle belangrijke beslissingen werden genomen over het bestuur van het Romeinse Rijk. In de senaat zaten rijke, oude mannen.
Consul
Twee personen die door de senaat werden gekozen om Rome (en het Romeinse Rijk) voor een periode van één jaar te besturen. Zij moesten elkaar controleren en zo corruptie voorkomen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door wie werd de senaat voorgezeten?
A
Door twee vrouwen, die senatoren heten.
B
Door twee mannen, die consuls heten.
C
Door twee mannen, die senatoren heten.
D
Door twee vrouwen, die consuls heten.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen zaten er in de senaat?
A
200 mensen
B
400 mensen
C
600 mensen
D
800 mensen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zaten er in de senaat?
A
Rijke vrouwen
B
Rijke slaven
C
Wijze, oude mannen
D
Rijke mannen en vrouwen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse Keizerrijk

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse Keizerrijk
Soms wordt een Romeinse senator te machtig, zoals Julius Caesar. Doordat hij zo populair was werd hij vermoord (midden in de senaat!!!) Hierdoor brak een burgeroorlog uit die de geadopteerde zoon van Caesar won: Augustus.
Hij werd de 'keizer' van Rome!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Omdat de senatoren bang waren dat hij te veel macht kreeg en koning wilde worden.
B
Omdat de senatoren te bang waren voor hem. Julius Caesar was een wrede man.
C
Omdat de senatoren jaloers op hem waren dat hij zoveel gebieden had veroverd.
D
Omdat de senatoren zelf machtig wilden zijn en koning wilden worden.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd Julius Caesar vermoord?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Augustus
Hij was de geadopteerde zoon van Julius Caesar en won de burgeroorlog. 
Hij noemde zichzelf Caesar Augustus. Ter ere van zijn vader Caesar. Nu zeggen we 'keizer' Augustus.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom noemde Augustus zich Caesar?
A
Omdat hij dat een mooie naam vond.
B
Om zijn vader te eren.
C
Om anderen jaloers te maken.
D
Omdat dat keizer betekend.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom noemde Augustus zich caesar?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord uit onze tijd komt van het woord caesar?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat dat nu?
In onze tijd is een republiek een land met als staatshoofd een president. Er is ook een soort senaat. Maar daarin zitten mensen die gekozen zijn door het volk. In ons land zijn dat de Eerste en Tweede Kamer. In andere landen heet dat weer anders.
Republiek
In onze tijd is een republiek een land met een president als staatshoofd.
Staatshoofd
Persoon die de het hoofd is van een land. In ons land is dat koning Willem-Alexander. (Minister-president Rutte is ook de baas, maar hij is niet het staatshoofd.)
President
Het staatshoofd van een republiek. Vaak leidt hij de regering.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Germanen
  • Senaat
  • Republiek
  • President

  • consul
  • Limes

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
Germanen
A
Volk dat ten noorden van de Rijn woonde.
B
Volk dat ten oosten van de Rijn woonde.
C
Volk dat ten zuiden van de Rijn woonde.
D
Volk dat ten westen van de Rijn woonde.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
Senaat
A
Vergadering van rijke mannen, die besluiten namen over het Romeinse Rijk.
B
Vergadering van wijze, oude mannen die besluiten namen over het Romeinse Rijk.
C
Vergadering van alle mannen in Rome, die besluiten namen over het Romeinse Rijk.
D
Vergadering die besloot over het Romeinse Rijk.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
Republiek
A
Dat de leiders van het Romeinse Rijk koning waren.
B
Dat de leiders van het Romeinse Rijk elke vier jaar gekozen werden.
C
Dat de leiders van het Romeinse Rijk benoemd werden voor het leven.
D
Dat de leiders van het Romeinse Rijk elk jaar gekozen werden.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
President
A
Het staatshoofd van een koninkrijk.
B
Het staatshoofd van een democratie.
C
Het staatshoofd van een republiek.
D
Het staatshoofd van een monarchie.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd het Romeinse Rijk bestuurd en verdedigd? 
Vul de woorden in op de goede plek.
Rome was eerst een koninkrijk en daarna een ................. Het Romeinse Rijk werd bestuurd vanuit ................. 
In de ................. zaten wijze oude mannen uit belangrijke families. Zij namen alle beslissingen. Later werd Rome een ................. De eerste keizer heette ................. De Romeinen bewaakten de ................. van het Rijk goed. Ze bouwden er ................. voor de soldaten. 
De noordgrens liep ook dwars door ons .................
republiek
Rome
senaat
keizerrijk
Augustus
grenzen
forten
land
Athene
democratie
monarchie
Julius Caesar
rivieren
huizen

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe het Romeinse Rijk werd bestuurd?
Gebruik in je antwoord: senaat - republiek - gekozen - Rome

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe het Romeinse Rijk werd verdedigd?
Gebruik in je antwoord: forten - grens - soldaten

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies