4.4

weektaak geschiedenis week 21


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

weektaak geschiedenis week 21


Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Vorige les heb je aan paragraaf 4.3 gewerkt.
Weet je nog waar dit over ging?
Op de volgende pagina´s ga je de paragraaf kort herhalen.

Slide 2 - Tekstslide

Een kerkvader is
A
Iemand die de verantwoordelijkheid heeft over een kerk.
B
Iemand die het christelijke geloof heeft bedacht.
C
Iemand die belangrijke ideeën en regels over het christendom vast legde.
D
Een ander woord voor messias.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er bedoelt met monnikenwerk?
A
Dat je net zulk werk als de monniken moet doen
B
Dat je in de kerk werkt
C
Dat je heel erg veel en hard moet werken
D
Dat je in de kleding van een monnik je werk doet

Slide 5 - Quizvraag

Hoe wordt een vrouwelijke monnik genoemd?
A
Monnika
B
Non
C
Vrouwelijke monnik

Slide 6 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties m.b.t. de geestelijken
Geestelijke
Monnik
Paus
Priester
Iemand met een functie in de kerk
Iemand in dienst van de kerk
Geestelijke die leeft in een klooster
Hoogste geestelijke leider van de kerk

Slide 7 - Sleepvraag

En nu?
Nu ga je beginnen aan de nieuwe paragraaf!

Slide 8 - Tekstslide

De Middeleeuwen
4.4 Een nieuw geloof: het islam

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les weet je hoe het islam ontstaan is en hoe het zich heeft verspreid.

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je al
over de islam?

Slide 11 - Woordweb

Veel goden
of één god? 




  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen. Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 12 - Tekstslide

Een visioen  
  • Mohammed was een handelaar uit Mekka. 
  • In een droom van Mohammed, een visoen, vertelde een engel hem dat er maar één god is. En zijn naam is Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen
    in Mekka over zijn droom,
    maar bijna niemand wilde naar hem luisteren. 
  • De meeste mensen moesten niets
    van Mohammed hebben
    en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit

Slide 13 - Tekstslide

Van Mekka
naar Medina




  • Mohammed vlucht naar  de stad Medina
  • Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel volgelingen
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 14 - Tekstslide

Terug
naar
Mekka







  • Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka
  • Er werd gevochten en Mohammed won. 
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim. 
  • Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 15 - Tekstslide


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 16 - Quizvraag

Verspreiding van de islam

  • De opvolgers van Mahammed worden kaliefen genoemd
  • Na de dood van Mohammed (in het jaar 632) veroveren zijn opvolgers grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
  • De meeste mensen in deze gebieden
     worden moslim
  • Toen de Arabieren ook een groot deel
    van Spanje en Portugal veroverden,
     grensden het Frankische Rijk
     en het Arabische Rijk aan elkaar.

Slide 17 - Tekstslide

De islam
  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
  • Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed vertelt.
  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen (dingen die elke moslim moet doen).
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 18 - Tekstslide

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 19 - Tekstslide


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden

Slide 20 - Quizvraag


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 21 - Quizvraag

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 22 - Sleepvraag

Leren van elkaar




Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis. 

  • Geneeskunde : de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
  • Wiskunde : de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde : Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.

Slide 23 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 24 - Sleepvraag


Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 25 - Quizvraag


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 26 - Quizvraag


Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Er is geen profeet

Slide 27 - Quizvraag


De volgelingen van de islam zijn
A
boeddhisten
B
christenen
C
jihadisten
D
moslims

Slide 28 - Quizvraag

Begrippen uit deze les
  • profeet
  • koran
  • moskee
  • vijf zuilen
  • hedsjra
  • hadj
  • ramadan
  • Soennieten
  • Sjiieten

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag:
Nu kan je aan de slag met de opdrachten
uit je werkboek. 

handboek blz. 81 en 82
werkboek blz. 95 t/m 97
maken opdracht 2, 8, 11

Succes!!! :)
En als je vragen hebt mail dan even naar: ntuinier@bbonderwijs.nl



Slide 30 - Tekstslide

Dit was geschiedenis 
voor deze week :)

Slide 31 - Tekstslide