H1 Wk 9 Stepping Stones Theme 2 H + I

• Ges
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Watching

goals

• I can talk about likes and dislikes.

• I know the basic word order of English sentences.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Divide these words into positive or negative

to be into

awful

useful

to be fond of

awesome

to be crazy about

useless

to dislike

Make sentences

Choose 2 positive words and 2 negative word and make one sentence with each word.

to be into

awful

useful

awesome 

to be fond of

useless

to be crazy about

to dislike

Examples: 

I am into history because it is interesting.

I think maths are awful because they are difficult.

Word order

The basic word order in English sentences is often the same, you can remember it with the question: 

                                Who does what where when?

Who	does	what	where	when ?
We	have	a test	in class	on Tuesday.
You	are	late	to school	every day.

Find the parts of the sentence:

Who does what where when?

Example:    The girl    walks    her dog    in the park    every Sunday

1. The boy rides his bike to school in the morning.

2. My mother takes the bus to school every day.

Who

Does

What

Where

When

Write this in the correct order:
does - every morning - her homework - she - at home

Write this in the correct order:
walks - every night - the dog - my dad - in the park

Write this in the correct order:
have - every Tuesday - we - maths - at school

Pg. 125 ex. 57A

Put the words in the correct order. 

In each sentence, there is one word you can't use!

Describe what Harry and Sally do with "Who does what where when".

goals

• I can talk about likes and dislikes.
  
  
• I know the basic word order of English sentences.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.