link 3.4 en 4.1

link 3.4 en 4.1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 152 min

Onderdelen in deze les

link 3.4 en 4.1

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je:
vraagzinnen maken en antwoord geven.
woorden van 3.4 te gebruiken en te schrijven
praten over eten 
een filmpje begrijpen over bezoek

Slide 2 - Tekstslide

In deze les leert groep 1
zinnen maken om je dag te beschrijven
voltooide tijd
woorden van 11.3 te gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin is goed?
A
De man gaat naar huis?
B
Gaat de man naar huis?
C
Naar huis gaat de man?
D
De man naar huis gaat?

Slide 4 - Quizvraag

welke zin is goed?
A
De trein wanneer komt?
B
Wanneer komt de trein?
C
Komt de trein wanneer?
D
De trein komt wanneer?

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Wat bestel je in een restaurant?
B
In het restaurant wat bestel je?
C
Je bestelt wat in een restaurant?
D
Bestel je in een restaurant wat?

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Morgen wie gaat naar Amsterdam?
B
Wie gaat morgen naar Amsterdam?
C
Naar Amsterdam wie gaat?
D
Gaat wie naar Amsterdam?

Slide 7 - Quizvraag

Maak een vraag met wanneer

Slide 8 - Open vraag

Maak een vraag met waarom

Slide 9 - Open vraag

Maak een vraag met waar

Slide 10 - Open vraag

Maak een vraag met welke

Slide 11 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 12 - Open vraag

Hoe was de les?
A
moeilijk
B
een beetje makkelijk
C
een beetje moeilijk
D
heel makkelijk

Slide 13 - Quizvraag