Woe 03-11-2021 Toetsweek

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

BR2G
Mittwoch, 3 November 2021

Slide 2 - Tekstslide

Was werden wir heute machen?
Wat gaan we vandaag doen?
  • Toetsstof
  • Herhalen grammatica
  • Oefentoets begin maken

Slide 3 - Tekstslide

Proefwerk
  • woordjes Kapitel 1 zoals het er staat
  • zinnen schreiben du–nl (i.p.v. nl-du). 
  • zinnen sprechen onder Lektion 3 beide kanten. 
  • Grammatik A: zwakke werkwoorden en werkwoordenlijst
  • Grammatik B: het persoonlijk vnw.
  • Grammatik C: haben en sein
  • Grammatik E: het vraagwoord



Telt 3x mee

Slide 4 - Tekstslide

Was weißt du noch?


Über die Grammatik 

13 Fragen

Slide 5 - Tekstslide

Wat was de uitzonder bij werkwoorden waarvan de stam eindigen op een s-klank?
s-klank= ß, ss, z, x, s
bv. reisen

Slide 6 - Open vraag

(hij) liebt Katzen.
--> wat is hij in het Duits?

Slide 7 - Open vraag

Was machen (u) am liebsten?
--> Wat is u in het Duits?

Slide 8 - Open vraag

'doen'
Lisa _____
A
machen, machst
B
gehen, gehst
C
machen, macht
D
gehen, geht

Slide 9 - Quizvraag

'poetsen'
du _____
A
putsen, putzst
B
putzen, putzt
C
putsen, poetst
D
putzen, putst

Slide 10 - Quizvraag

'groeten'
Peter ____
A
grüßen, grüßt
B
grüssen, grüsst
C
grußen, grüßst
D
grüßen, grüß

Slide 11 - Quizvraag

'wonen'
ich ____
A
wohnen, wohne
B
wonen, wohne
C
wohnen, wohnt
D
wohnen, wohnst

Slide 12 - Quizvraag

Du ____ einen Bruder
A
bist
B
habst
C
ist
D
hast

Slide 13 - Quizvraag

____ ihr wirklich 12 (zwölf) Jahre alt?
A
Habt
B
Siet
C
Seid
D
Hat

Slide 14 - Quizvraag

Pieter ___ schon 4 mal in Berlin gewesen.
A
ist
B
hat
C
sind
D
hast

Slide 15 - Quizvraag

Wie/Was heißt er?
A
Wie --> wie
B
Wie --> hoe
C
Was --> wat
D
Was --> waarom

Slide 16 - Quizvraag

Woher/Wohin kommt er?
A
Woher --> waarvandaan
B
Wohin --> waarheen
C
Woher --> waar
D
Wohin --> waarvan

Slide 17 - Quizvraag

Wann/Wer ist er geboren?
A
Wer --> wie
B
Wann --> waar
C
Wer --> hoe
D
Wann --> wanneer

Slide 18 - Quizvraag

 Übungsprüfung machen
oefentoets maken
  • Was (wat)? 
Oefentoets maken 
Ga naar magister --> studiewijzer --> PW --> oefentoets
  • Wie (hoe)? Online of op papier
  • Hilfe (hulp)? Buren, boek,
  • Zeit (tijd)? 10:00





An die Arbeit!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide