PVTT

Lezen
timer
10:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- je weet hoe je een persoonlijke brief opstelt
- je weet (weer) hoe je de PVTT (persoonsvorm in de tegenwoordige tijd) moet spellen

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma

- lezen (10 min)
- welkom en introductie (5 min)
- uitleg persoonlijke brief en oefenbrief schrijven (15 min)
- uitleg PVTT (5 min)
- zelfstandig werken (20 min)
- afsluiting (5 min)

Slide 4 - Tekstslide

TEA : Schrijfopdracht 1
Persoonlijke brief 

Hoe ziet een brief eruit?

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijke brief

1. Plaats, datum Datum voluit: Nieuwegein, 9 september 2020 
2. Aanhef: Lieve/beste mevrouw/meneer (achternaam van je docent),

3. Inleiding Je stelt jezelf kort voor. Suggestie: 1 positieve en 1 negatieve karaktereigenschap. Vertel ook kort waarom je deze brief schrijft.
Let op: Je begint nooit met ik 

4. Kern De kern bestaat uit meerdere alinea’s.
     In de kern werk je de inleiding verder uit. Een indeling van de kern kan zijn: argument 1, 2 en 3
5. Slot Beschrijf hier wat je van de ontvanger verwacht

6. Afsluiting: Met vriendelijke groet, Je voornaam en achternaam 

Slide 6 - Tekstslide

Oefenbrief 
Deze schrijf je op de pagina Oefenbrief in je map Schrijfvaardigheid 

Slide 7 - Tekstslide

 Schrijf een brief aan iemand die je erg leuk vind.
Nodig hem/haar uit om samen met jou een dagje iets leuks te gaan doen.  
- Beschrijf wat jullie die dag gaan doen en maak duidelijk dat je het heel erg leuk zou vinden als hij/zij komt.
Oefenbrief

Slide 8 - Tekstslide

Utrecht, 15 maart 2018   

Lieve Robin, 

Hoe gaat het met je? Je krijgt vast niet vaak een brief met de post. Op school kregen wij de opdracht om een brief te sturen en ik dacht meteen aan jou! Met mij gaat het goed. Ik heb de laatste tijd een heleboel leuke dingen gedaan […………..] 

En jij? Heb jij nog leuke dingen gedaan? Ik ben benieuwd! 

Ik zou het leuk vinden als je een brief terugstuurt.     

Veel groetjes,  
Charlie
Bovenaan jouw brief schrijf je de datum. Je kunt ook de plaats waar jij de brief schrijft erbij schrijven. 

Bijvoorbeeld: 
Utrecht, 15 maart 2018 of Amsterdam, 15-03-2018  
1
Sla een regel over en begin de brief met een aanhef. Dit is de eerste zin van jouw brief. Je begroet de persoon aan wie jij de brief stuurt.  

Bijvoorbeeld: 
Lieve oma of Hoi Rick.   
2
Sla een regel over en begin met het schrijven van jouw boodschap. 
3
Tip! Stel ook vragen. Dan is de kans groter dat je een brief terugkrijgt.
4
Sla weer een regel over en schrijf een afsluiting. 

Bijvoorbeeld: Ik hoop je snel weer te zien.
5

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk aan wie jij jouw brief wilt schrijven. Een familielid, een vriend of vriendin, iemand die je op vakantie hebt ontmoet, iemand die je kent van de sport of muziekles … En bedenk wat je met diegene wil gaan doen.
STAP 1

Slide 10 - Tekstslide

Start met het schrijven van je brief. Bovenaan schrijf je de plaats en de datum waar jij de brief schrijft. 

Bijvoorbeeld:
Utrecht, 15 maart 2018 
Amsterdam, 15-03-2018  
STAP 2

Slide 11 - Tekstslide

Sla een regel over en begin de brief met een aanhef. Dit is de eerste zin van jouw brief. Je begroet de persoon aan wie jij de brief stuurt.

Bijvoorbeeld: 
Lieve oma, Hoi Rick.   
STAP 3

Slide 12 - Tekstslide

Sla een regel over en begin met het schrijven van de inleiding. Je stelt jezelf kort voor. Vertel ook kort waarom je deze brief schrijft. Let op: Je begint nooit met ik 

In het middenstuk werk je de inleiding verder uit. Indien nodig in meerdere alinea's.

In het slot schrijf je wat je van de ontvanger verwacht.


STAP 4

Slide 13 - Tekstslide

Sla weer een regel over en schrijf een afsluiting. Daaronder zet je jouw naam.  

Bijvoorbeeld: 
Doei! Groetjes van …, of Veel liefs, …  
STAP 5

Slide 14 - Tekstslide

 Werkwoordspelling

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Persoonsvorm tt
Ik en ..............jij/je =                    ik-vorm (aangepaste stam)
jij, hij, zij en het =                        ik-vorm+t
wij, jullie, zij (mv) =                     hele werkwoord

Weet je het niet meer, SPIEK DAN BIJ SPIEKEN
Of luister naar het liedje voor een ander tip

Slide 17 - Tekstslide

Even checken
ik .......... (bereiden) een eenvoudige maaltijd 
........... (bakken) je moeder elke dag verse broodjes
.................... (durven) je wel?
........................ (geloven) jullie die rare man?
Mijn moeder ................... (schrobben)

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Wat?  Ga naar Planning in online Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die klaarstaan bij: PVTT
Eventueel: Diataaltoets afmaken 
Hoe? Individueel: in stilte/heel zachtjes fluisteren als je een vraag hebt.
Vragen? steek je vinger op. 

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

PAUZE!

Slide 20 - Tekstslide