Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Ontleden persoonlijke voornaamwoorden
Ontleden
Het persoonlijk voornaamwoord als:
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Ontleden
Het persoonlijk voornaamwoord als:
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe bepaal je de naamval?
Geen voorzetsel dan ontleden!
Slide 3 - Tekstslide
1e naamval
De 1e naamval of Nominativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp is van de zin.
ich, du , er, sie ,es, wir , ihr, sie , Sie
gehe
zum Arzt.
Slide 4 - Tekstslide
Ich gehe zum Arzt
Wie of wat +gezegde
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vind je het Ow?
Wie/wat + gezegde*
* gezegde zijn alle werkwoorden in de zin
Slide 6 - Tekstslide
Lijdend voorwerp = 4e naamval
De dokter opereert mij. Der Arzt operiert mich.
mij is het lijdend voorwerp in de zin.
(Wie/Wat + gezegde + onderwerp?)
Wie opereert de dokter? > mij > mich
Slide 7 - Tekstslide
Vierde naamval
De 4e naamval of Akkusativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het lijdend voorwerp is van de zin.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe vind je het Lijdend Vwp?
hhgghhj
Wie/wat + gezegde + Onderwerp
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Übung
Neue Kontakte Aufgabe 20
kiezen voor 1e of 4e naamval
Slide 11 - Tekstslide
Meewerkend vwp = 3e naamval
De dokter geeft mij tabletten. Der Arzt gibt mir tabletten.
mij het meewerkend voorwerp in de zin.
(Aan/Voor wie + gezegde + onderwerp?)
Aan wie geeft de dokter? > aan mij > mir
Slide 12 - Tekstslide
Hoe bepaal je de naamval?
Geen voorzetsel dan ontleden!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Hoe vind je het Meew Vwp?
Je kunt voor het zinsdeel denkbeeldig
'aan' of 'voor' zetten
Slide 15 - Tekstslide
Hoe begin je als je een zin moet ontleden?
Welke stappen volg je als je een zin gaat ontleden?
1.
Eerst
alle werkwoorden
in de zin zoeken. Dit is het gezegde
2. Je vraagt WIE of WAT + de werkwoorden: het antwoord hierop is het
ONDERWERP
3
. Je vraagt dan WIE of WAT + de werkwoorden + onderwerp: het antwoord hierop is het
LIJDEND VOORWERP
4.
Blijft er nog een zinsdeel over, dan is dat het
MEEWERKEND VOORWERP
. Controleer dit door 'aan' of 'voor' voor het zinsdeel te zetten
Slide 16 - Tekstslide
Übung
Aufgabe 27 en evt 29
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
M3.6 - 8.3.23 Ontleden persoonlijke voornaamwoorden
Maart 2023
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
Ontleden persoonlijke voornaamwoorden
Februari 2023
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
Oktober 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
19 dagen geleden
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Grammatik A & B - Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
Maart 2022
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Grammatik A & B - Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
24 dagen geleden
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Grammatik A & B - Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
Januari 2023
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Grammatik A & B - Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
21 dagen geleden
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3