2V Present Perfect full

The Present Perfect
De voltooide tijd.
Ik heb hem gezien.
Hij heeft hem gezien.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

The Present Perfect
De voltooide tijd.
Ik heb hem gezien.
Hij heeft hem gezien.

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
1. Word Order Check
2. Present Perfect: Have/has


Doel:
I can correctly use have or has in a sentence. 

Slide 2 - Tekstslide

don't - at - sleep - night - Cats

Slide 3 - Open vraag

stay up late - on weekdays - My parents

Slide 4 - Open vraag

The present perfect 
Schrijf op: 
1. Als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds zo is. 
I have lived in Zwolle since 1998.


2. Iets is in het verleden begonnen en er is nu nog resultaat.
Mark has destroyed my garden.

Slide 5 - Tekstslide

The present perfect 
Schrijf op:
vorm: have of has + werkwoord + ed 


voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je have/has?
Schrijf op: 
Have: I, you, we, they
Has: He, she it     
'SHIT-rule'

Slide 7 - Tekstslide

She ... seen the boy.
A
Have
B
Has

Slide 8 - Quizvraag

They ... never talked about it again.

A
Have
B
Has

Slide 9 - Quizvraag

We ... lived here for 2 years now.



A
Have
B
Has

Slide 10 - Quizvraag

I ... not seen him since.




A
Have
B
Has

Slide 11 - Quizvraag

The present perfect 
Previous part
vorm:
have of has + werkwoord + ed 


voltooid deelwoord

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer gebruik je have/has?
Previous lesson 
Have: I, you, we, they
Has: He, she, it     
'SHIT-rule'

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Schrijf op:

                                 
Regelmatig
WW + ed 

Walked
Danced
Played 
Onregelmatig
3e Rijtje 

Done
Seen
Had 

Slide 14 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Antwoorden
Regelmatig
WW + ed 
1. To like - Liked 
2. To live - Lived
3. To talk - Talked
4. To type - Typed
5. To play - Played 
Onregelmatig
3e Rijtje 
1. To go - gone
2. To meet - met
3. To take - taken
4. To know - known
5. To see - seen 

Slide 15 - Tekstslide

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden
(I, you, we etc.) gebruiken we have?

Slide 16 - Open vraag

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden
(I, you, we etc.) gebruiken we has?

Slide 17 - Open vraag

Hoe maken we een voltooid deelwoord.
Noem de regelmatige en onregelmatige vorm.

Slide 18 - Open vraag

Recap
De present perfect tijd heeft twee delen

Deel 1

Have of Has

Have: I, you, we, they
Has: He, she, it 
Deel 2

Voltooid deelwoord

Regelmatig: ww + ed
Onregelmatig: 3e rijtje

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden

I

She

WE

hey
have/has
have

has

have

have
voltooid deelwoord
done

written

worked

walked

my homework.

a book report.

very hard.

for hours. 

Slide 20 - Tekstslide

Time to practice!
A Kies have of has.
1. We have / has never seen her before.
2. My grandfather have / has played darts for over fifteen years.

B Zet het juiste werkwoord in de goede zin.
Kies uit: visited – broken - typed - worked 
1 We have never __________ our relatives in Canada.one.
2 John is in hospital. He has __________ both legs in an accident.

Slide 21 - Tekstslide

Time to practice!
A KEY
1. We have / has never seen her before.
2. My grandfather have / has played darts for over fifteen years.

B KEY 
Kies uit: typed – visited – broken - worked 

1 We have never visited our relatives in Canada.
2 John is in hospital. He has broken both legs in an accident.



Slide 22 - Tekstslide

Gebruik de present perfect.
(have/has + voltooid deelwoord)
I ... (work) for three hours.

Slide 23 - Open vraag

Gebruik de present perfect.
(have/has + voltooid deelwoord)
She ... (walk) 10km today.

Slide 24 - Open vraag

Gebruik de present perfect.
(have/has + voltooid deelwoord)
They ... (visit) their grandparents.

Slide 25 - Open vraag

Gebruik de present perfect.
(have/has + voltooid deelwoord)
The teacher ... (ask) him a question.

Slide 26 - Open vraag