Beeldspraak - vwo2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

lesopzet en lesdoelen:

* je weet wat beeldspraak is, en wat het nut is.....

* je weet wat een vergelijking is, je kunt voorbeelden herkennen/noemen

* je weet wat een metafoor is, je kunt voorbeelden herkennen/noemen

* je weet wat een personificatie is, je kunt voorbeelden herkennen/ noemen

* Nog een keer de vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Wat weet je nog? Noteer een voorbeeld van een vergelijking

Wat weet je nog? Noteer een voorbeeld van een metafoor.

Wat weet je nog? Noteer een voorbeeld van een personificatie.

Beeldspraak

Je gebruikt het beeld om een mens, dier of ding te verduidelijken, om het meer kracht te geven. Beeldspraak is altijd figuurlijk bedoeld. 

Vergelijkingen, 

metaforen en 

personificaties 

zijn vormen van beeldspraak.

In reclame komt vaak beeldspraak voor.

Maar ook in spreekwoorden... 

1. Vergelijking

In een vergelijking staan twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken:

De werkelijkheid, het object/ persoon én het beeld: 

                    Joris en Erik lijken als twee druppels water op elkaar. 

Er staat een verbindingswoord tussen object en beeld:  als,  zo … als, lijkt wel

Beeldspraak: Iets wordt vergeleken of vervangen door iets anders, een beeld.

Dat meisje is zo onschuldig als een lammetje

 = werkelijkheid                                          = beeld

Je kamer ziet eruit ALS

een zwijnenstal.

Voorbeelden van vergelijkingen   

Hij ging er als een haas vandoor.

Hij lacht als een boer met kiespijn.

2. Metafoor

'De werkelijkheid' wordt helemaal vervangen door een beeld. 

Het is er nog wel, maar het wordt niet genoemd. Je moet het figuurlijk zien.


       Het schip der woestijn ( = kameel)
Een tsunami van nieuwe voorschriften ( = een enorme berg)

Ruim die

zwijnenstal eens op!

Bij een metafoor heb je....

1. Alleen maar een beeld
2. Een beeld en de werkelijkheid
3. Altijd het woordje 'als'
4. HUH? watte? Weet het niet meer... :(

3. Personificatie

Met een personificatie stel je iets abstracts of

levensloos voor als iets levends:    

• Het schip danste op de golven. 
•  De wind fluisterde zacht haar naam. 
• Schreeuwende kleuren van de natuur
  

Papier is geduldig.
Dit is een?

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
Dit is een?

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Annie kwam aanrijden in haar koekblik.
Dit is een?

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Zo doof als een...

1. kabouter
2. spin
3. mol
4. kwartel

Hij? pas op! hij steelt als een....

1. vogel
2. hond
3. kat
4. raaf

Leven als god in.....

1. Parijs
2. Frankrijk
3. een Belgisch bad
4. de hemel

Wat een wolk van een baby heeft dat jonge stel.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Goede boeken zijn brandstof voor het brein.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Het riet fluisterde dat koning Midas ezelsoren had.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Deze film is door de recensenten volledig afgebrand.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Bij een vergelijking hoort meestal het woordje ALS of LIJKT.

ZO....ALS..... IS NET.......

Zo ziek als een hond.

Je lijkt wel een verzopen hond.

Hij verhuist naar een paradijs.

1. Metoniem
2. Metafoor
3. Vergelijking
4. Personificatie

https:

Wat?	Maak een keuze uit een van de liedjes op de website https://literatuurecl.weebly.com/poeumlzieproject-les-3.html. Je mag ook voor een ander liedje kiezen. Beluister het liedje en bekijk vervolgens de songtekst. Zet 4 strofen van de muziektekst in Word of Google.docs.. Geef in de tekst aan welke vergelijkingen (rood), metaforen (groen) of personificaties (blauw) jij herkent.
Hoe?	https://literatuurecl.weebly.com/poeumlzieproject-les-3.html in opdracht 2
Hulp?	Boek, klasgenoot, Lessonuples, huisgenoot, Straver
Resultaat?	Huiswerk en met elkaar uitwisselen
Leerdoel	Beeldspraak: vergelijking, personificatie, metafoor
Klaar?	Bericht naar de toekomst schrijven als huiswerk Daltontaak 9/10 Lezen Lezen of kijken: Het Achterhuis downloaden of www.YouTube.com

Wat weet je nu?

1. Figuurlijk taalgebruik:
vergelijking, personificatie, metafoor 

2. Beeldspraak herkennen in muziekteksten en gedichten

Einde van de les