A2: De uitspraak is over het algemeen voldoende helder om te worden verstaan ondanks een merkbaar buitenlands accent, maar toehoorders zullen af en toe om herhaling moeten vragen
B1: De uitspraak is duidelijk te verstaan ook al is soms een duidelijk buitenlands accent te horen en worden er incidenteel uitspraakfouten gemaakt
B2: Heeft een heldere, natuurlijke uitspraak en intonatie verworven
'I put the sheet on the bed.'