Hoofdstuk 10 Technologie in de zorg

Hoofdstuk 10
Technologie in de zorg

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10
Technologie in de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Doelstellingen van de vorige lessen:
Aan het eind van het hoofdstuk weet je meer over:
• wat diagnose, besmetting, incubatietijd, symptomen en immuniteit betekenen;
• wat verschijnselen, oorzaken en gevolgen zijn van de volgende ziekten:
  • kinderziekten
  • voedselvergiftiging 
  • griepcovid-19
  • luchtwegaandoeningen, zoals astma en COPD
  • hart- en vaatziekten, zoals hoge bloeddruk en een beroerte
  • diabetes
  • kanker
  • dementie
• welke soorten medicatie er zijn en hoe deze worden toegediend;
• wat voedingssupplementen zijn;
• welke technologische hulpmiddel ingezet kan worden bij geven van medicijnen.

Slide 2 - Tekstslide

Doelstellingen

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat zorgtechnologie en E-health is;
  • wat bedoeld wordt met de begrippen:
  • domotica
  • leefstijlmonitoring
  • robotica
  • ADL-hulpmiddel
  • beeldzorg
  • wearables
  • apps


Slide 3 - Tekstslide

Lees de inleiding (blz. 203)

Slide 4 - Tekstslide

Inleiding
Voorbeelden van technologie in ons dagelijks leven:
  • Smartphone;
  • Computer, tablet;
  • Spotify;
  • Digitale camera,

Voorbeelden van technologie in de zorg:
  • Persoonlijke alarmering;
  • Sociale robot.


Slide 5 - Tekstslide

Begrippen van zorgtechnologie 



Zorgtechnologie

Domotica

Apps

Beeldzorg

Leefstijlmonitoring


Robotica


Wearables

Slide 6 - Tekstslide

Domotica
Domotica = automatisering in huis.

Bijvoorbeeld, elektrische apparaten voor:
  • Zorgtaken;
  • Communicatie;
  • Ontspanning;
  • Huiselijke bezigheden, zoals een robot stofzuiger

Slide 7 - Tekstslide

Leefstijlmonitoring

Leefstijlmonitoring = het geeft inzicht in het leefpatroon van bijvoorbeeld een alleenwonende zorgvrager met dementie.

Voordeel: tijdig signaleren van opvallende veranderingen in de activiteiten van de zorgvrager.

Bijvoorbeeld, elektrische apparaten voor:
  • Bed-sensor
  • Deur-sensor


Slide 8 - Tekstslide

Robotica

Zorgrobot = robot die helpt bij het uitvoeren van zorgtaken


Sociale robot = robot die de cliënt gezelschap houdt en met hen ‘praat’.








Slide 9 - Tekstslide

Beeldzorg
Beeldzorg = hiermee kun je op afstand met de zorgvrager praten.


Bijvoorbeeld:
  • Bespreken van de gezondheid door een huisarts of de specialist in het ziekenhuis.
  • Beantwoorden van vragen over bijvoorbeeld dag-structuur of gebruik medicijnen.

Nodig:
  • iPad of beeldtelefoon


Slide 10 - Tekstslide

Wearables

Wearables = apparaten, die je op je lichaam draagt, meten data over je
gezondheid.
(Wearable devices = draagbare apparaten. To wear = dragen)

Bijvoorbeeld:
  • Smartwatch
  • Fitbit

De sensor in de waerables geeft informatie over bijvoorbeeld je hartslag.










Slide 11 - Tekstslide

Robotica

App = de afkorting van het woord applicatie.

Een app is een programma dat je kunt installeren op je smartphone, tablet of computer.

Voorbeelden van zorg-apps zijn:
  • Risicoscan van Zorg voor Beter
  • Reanimatie app – Hartstichting
  • Thuisarts app










Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 10.02 (blz. 204 )

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 10.05 (blz. 207 )

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 10.06 (blz. 208)

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 10.07 (blz. 209 )

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 10.07 (blz. 209 )

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen + maken blz. 203 t/m 212 (opdracht 10.01 t/m 10.09)
Klaar? Ga verder met de praktijkopdracht op blz. 371

Slide 18 - Tekstslide

praktijkopdracht 
10.01  Apps in de zorg

Slide 19 - Tekstslide

praktijkopdracht 
10.02 Robots in de zorg

Slide 20 - Tekstslide

praktijkopdracht 
10.03 Hoe verliep deze praktijkopdracht

Slide 21 - Tekstslide