Thema Evolutie

Thema 4 - Evolutie - begrippen
Begrippen (beide kanten op weten)
     - biodiversiteit
     - organische stoffen
     - anorganische stoffen
     - autotroof 
     - heterotroof
     - prokaryoten
     - eukaryoten
  
Opdracht
Maak een begrippenlijstje om te leren (of via flashcards). Schrijf de begrippen over en zoek de betekenis erbij.
timer
15:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4 - Evolutie - begrippen
Begrippen (beide kanten op weten)
     - biodiversiteit
     - organische stoffen
     - anorganische stoffen
     - autotroof 
     - heterotroof
     - prokaryoten
     - eukaryoten
  
Opdracht
Maak een begrippenlijstje om te leren (of via flashcards). Schrijf de begrippen over en zoek de betekenis erbij.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie
Onderscheid tussen verschillende typen cellen
     - bacteriecel
     - schimmelcel
     - plantaardige cel
     - dierlijke cel
 
Overeenkomsten en verschillen tussen deze cellen kennen en herkennen.
timer
15:00
Opdracht
Teken nauwkeurig een cel van een bacterie, schimmel, plant en dier. Benoem in elke tekening alle organellen die in de betreffende cel aanwezig zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Indeling organismen
Indeling van organismen
Domein > Rijk > Stam > Klasse > Orde > Familie >      Geslacht > Soort
Ezelsbruggetje: DR, SK of GS

Soort
organismen die samen vruchtbare nakomelingen      kunnen krijgen.

 

Slide 3 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Soortsnaam
Soortsnaam (herkennen en toepassen)
bestaat altijd uit 2 onderdelen: Geslachtsnaam en soortsaanduiding. Samen is het de soortsnaam. 
Geslachtsnaam begint altijd met een hoofdletter.

Homo sapiens = huidige mens
Equus equus = huidige paard
Canis lupus = huidige wolf
Canis lupus familiaris = huidige hond


 

Slide 4 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Soortsnaam toepassen
1) Hoeveel verschillende soorten worden hier genoemd?  

2) Welke soort(en) is/zijn het meest verwant aan de Canis lupaster? Leg je antwoord uit met behulp van de stamboom. 

3) Welke soort is het minst verwant aan de Canis lupaster? Leg je antwoord uit met behulp van de stamboom. 


 

Slide 5 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Soortsnaam toepassen
1) Hoeveel verschillende soorten worden hier genoemd?  
5 want er staan 5 verschillende soortsnamen in de figuur genoemd.
2) Welke soort(en) is/zijn het meest verwant aan de Canis lupaster? Leg je antwoord uit met behulp van de stamboom. 
De hond, wolf en coyote, want deze hebben samen de meest recente gemeenschappelijke voorouder.
3) Welke soort is het minst verwant aan de Canis lupaster? Leg je antwoord uit met behulp van de stamboom. 
De goudjakals, want hier is de gemeenschappelijke voorouder het oudst.


 


Slide 6 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Soortsnaam toepassen
Leg uit hoe de Canis lupaster als nieuwe soort is ontstaan uit de Canis simensis.


 


Slide 7 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Soortsnaam toepassen
Leg uit hoe de Canis lupaster als nieuwe soort is ontstaan uit de Canis simensis.


 


Door toevallige mutaties ontstond er variatie in de fenotypen van de Canis simensis. 
In Egypte waren de omstandigheden anders dan in Ethiopië, waardoor sommige varianten beter konden overleven en kregen meer nakomelingen. De groep wolven in Egypte waren reproductief geïsoleerd van de groep wolven in Ethiopië. Na lange tijd konden deze twee groepen onderling geen (vruchtbare) nakomelingen meer krijgen en zo is de soort Canis lupaster ontstaan. 


Slide 8 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Soortsnaam herkennen in context
Het is duidelijk dat de hond (Canis lupus familiaris) afstamt van de wolf (Canis lupus) en niet van de coyote (Canis latrans), de Gewone jakhals (Canis aureus) of een andere hondachtige. Het is op grond van de genetische analyse niet duidelijk of de hond nog van een specifieke ondersoort van de wolf afstamt, zoals de Perzische wolf (Canis lupus pallipes). Inmiddels is bekend dat er ook vele wolvensoorten zijn uitgestorven, zoals de reuzenwolf (Canis dirus).


 
Hoeveel verschillende soorten worden in dit stukje tekst genoemd?

Slide 9 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Soortsnaam herkennen in context
Het is duidelijk dat de hond (Canis lupus familiaris) afstamt van de wolf (Canis lupus) en niet van de coyote (Canis latrans), de Gewone jakhals (Canis aureus) of een andere hondachtige. Het is op grond van de genetische analyse niet duidelijk of de hond nog van een specifieke ondersoort van de wolf afstamt, zoals de Perzische wolf (Canis lupus pallipes). Inmiddels is bekend dat er ook vele wolvensoorten zijn uitgestorven, zoals de reuzenwolf (Canis dirus).


 
Hoeveel verschillende soorten worden in dit stukje tekst genoemd?


- Omcirkel alle latijnse namen (zijn er 6)
- Bij een soortsnaam gelden alleen de eerste twee namen.
- Dan staat er 3x Canis lupus, en kan je er 2 wegstrepen en houd je 4 namen over.
- Dus: 4 verschillende soorten.

Slide 10 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Prokaryoten
Welke eigenschappen horen bij prokaryoten?
- prokaryoten zijn autotroof / heterotroof.
- prokaryoten bestaan uit één cel / meerdere cellen / beide.
- prokaryoten worden onderverdeeld in ....... en .......
- prokaryoten doen veel aan ongeslachtelijke / geslachtelijke voortplanting....
- .... maar kunnen ook aan geslachtelijke / ongeslachtelijke voortplanting door uitwisseling van plasmiden.
- bacteriën hebben één groot chromosoom en meerdere kleine chromosomen, die ......... worden genoemd.

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Prokaryoten
Welke eigenschappen horen bij prokaryoten?
- prokaryoten zijn autotroof / heterotroof.
- prokaryoten bestaan uit één cel/ meerdere cellen / beide.
- prokaryoten worden onderverdeeld in bacteriën en archaea.
- prokaryoten doen veel aan ongeslachtelijke / geslachtelijke voortplanting....
- .... maar kunnen ook aan geslachtelijke / ongeslachtelijke voortplanting door uitwisseling van plasmiden.
- bacteriën hebben één groot chromosoom en meerdere kleine chromosomen, die plasmiden worden genoemd.

Slide 12 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Schimmels
Welke eigenschappen horen bij schimmels?
- schimmels zijn autotroof / heterotroof.
- schimmels bestaan uit één cel / meerdere cellen / beide.
- schimmels doen veel aan ongeslachtelijke / geslachtelijke voortplanting....
- .... maar kunnen ook aan geslachtelijke / ongeslachtelijke voortplanting met behulp van hyphen (of mycelium).

timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie - Schimmels
Welke eigenschappen horen bij schimmels?
- schimmels zijn autotroof / heterotroof.
- schimmels bestaan uit één cel / meerdere cellen / beide.
- schimmels doen veel aan ongeslachtelijke / geslachtelijke voortplanting....
- .... maar kunnen ook aan geslachtelijke / ongeslachtelijke voortplanting met behulp van hyphen (of mycelium).

Slide 14 - Tekstslide