3A Quiz Grammatik A Kapitel 1 + Wortschatz

Quiz: Grammatik A + B
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Quiz: Grammatik A + B

Slide 1 - Tekstslide

1. Theorie anwenden


Ergänze die Verben im Präteritum.

Slide 2 - Tekstslide

hebben:

Wir _________ im April viel Regen.

Slide 3 - Open vraag

worden:

Im Winter ______ die Insel ruhiger.

Slide 4 - Open vraag

worden:

Im Wald ______ es immer schnell kalt.

Slide 5 - Open vraag

hebben:

_____ du genug Wind, um zu segeln?

Slide 6 - Open vraag

zijn:

Am Strand _____ die Tage nicht langweilig.

Slide 7 - Open vraag

hebben:

______ ihr auch so viel Schnee in den Bergen?

Slide 8 - Open vraag

zijn:

Im März ____ das Wetter noch nicht so warm.

Slide 9 - Open vraag

Verben ergänzen
Ergänze sein, haben oder werden im Präteritum.

Slide 10 - Tekstslide


_____ du viel zu tun?

Slide 11 - Open vraag


Warum _____ ihr in der Stadt?

Slide 12 - Open vraag


Im Oktober ____ er 16 Jahre alt.

Slide 13 - Open vraag


Wir _____ gestern noch schönes Wetter.

Slide 14 - Open vraag


Im April ____ das Dorf die meisten Besucher.

Slide 15 - Open vraag


____ du im Wald, um einen Spaziergang zu machen?

Slide 16 - Open vraag

Die Regel entdecken
Ergänze die Verben im Präteritum (verleden tijd)

Slide 17 - Tekstslide


Präsens: spielen
Präteritum: wir _____

Slide 18 - Open vraag


Präsens: dauern
Präteritum: es _____

Slide 19 - Open vraag


Präsens: erwarten
Präteritum: ich _____

Slide 20 - Open vraag


Präsens: verpassen
Präteritum: du _____

Slide 21 - Open vraag


Präsens: regnen
Präteritum: es _____

Slide 22 - Open vraag


Präsens: hageln
Präteritum: es _____

Slide 23 - Open vraag


Präsens: zelten
Präteritum: ihr _____

Slide 24 - Open vraag


Präsens: arbeiten
Präteritum: du _____

Slide 25 - Open vraag

SO: Kapitel 
  • Lernliste N-D
  • Grammatik A + B
  • Hören

Slide 26 - Tekstslide