2. Bestuur Frankische rijk
Besturen was heel moeilijk: wegen en steden zijn vervallen
Karel koos ervoor rond te reizen en bouwde paleizen om macht te laten zien
Hertogen en graven hielpen hem met besturen na een eed van trouw -> leenstelsel/feodalisme
De edelman is de leenman en de koning is de leenheer. De leenman kreeg het gezag, maar het gebied werd niet zijn bezit.
Taken leenman: orde en veiligheid, leveren van militairen en spreken namens de koning