Grammar repeat + script part 2 (kader)
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
De leerlingen moeten weten dat de past simple -> verleden tijd is in het Nederlands. Daarnaast is het belangrijk dat ze weten dat walk --> walked wordt en dat ze voor sterke werkwoorden (irregular verbs) een lijst hebben in hun taakboekje.
adjective = bijvoeglijk nwd
adverb = bijwoord (eindigt bijna altijd op -ly)
Past simple:
We _________ (to be) late for class.
We _________ (to be) late for class.
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Past simple:
Freddy ________ (to seem) excited for his dance rehearsal.
Freddy ________ (to seem) excited for his dance rehearsal.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Past simple:
My friends _______ (to find, not) me when we were playing hide and seek.
My friends _______ (to find, not) me when we were playing hide and seek.
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
My sister is a ________ dancer.
A
fantastic
B
fantastically
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
She sings so _______
A
beautiful
B
beautifully
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
That was a _________ end to the film.
A
surprising
B
surprisingly
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Evt. herhalen dat adjectives iets zeggen over mensen, dieren en dingen, en adverbs iets over de manier waarop iets gedaan wordt.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
