Op reis door de prehistorie

Op reis door de prehistorie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op reis door de prehistorie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen waarom het lastig is om het begin van de geschiedenis van de mens te bepalen.
- Je kunt uitleggen hoe jagers-verzamelaars leefden en waarom zij rondtrokken.
- Je kunt uitleggen waarom het ontbreken van schriftelijke bronnen van invloed is op wat we over de prehistorie weten.
- Je kent de begrippen: neanderthaler, jager-verzamelaar, bestaansmiddel, taakverdeling, sociale verschillen, prehistorie, cultuur en historie.

Slide 2 - Tekstslide

Dit is de inleidende dia waarin je de leerdoelen van de les presenteert. Zorg ervoor dat de leerlingen weten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet je al over het begin van de geschiedenis van de mens?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de prehistorie?
De prehistorie verwijst naar de periode voordat er geschreven bronnen waren. Het is lastig om het begin van de geschiedenis van de mens precies te bepalen.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte uitleg over wat de prehistorie is en waarom het lastig is om het begin ervan te bepalen.
Jagers-verzamelaars
Jagers-verzamelaars waren de eerste mensen die op aarde leefden. Ze leefden van de jacht, visvangst en het verzamelen van voedsel, zoals vruchten en noten.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat jagers-verzamelaars waren en hoe zij leefden. Bespreek hun bestaansmiddelen en de taakverdeling binnen hun gemeenschappen.
Rondtrekken
Jagers-verzamelaars trokken rond om voedsel te vinden. Ze waren afhankelijk van de seizoenen en de migratie van dieren. Het rondtrekken bood ook bescherming tegen roofdieren en andere stammen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom jagers-verzamelaars rondtrokken en bespreek de redenen hiervoor, zoals het vinden van voedsel en bescherming.
Het ontbreken van schriftelijke bronnen
Omdat er in de prehistorie nog geen schrift was, hebben we geen geschreven bronnen uit die tijd. We moeten dus gebruik maken van andere bronnen, zoals archeologische vondsten en mondelinge overlevering.

Slide 7 - Tekstslide

Bespreek waarom we weinig geschreven bronnen hebben uit de prehistorie en welke andere bronnen we kunnen gebruiken om informatie te verkrijgen.
Neanderthalers
Neanderthalers waren een vroege mensachtige soort die leefde tijdens de prehistorie. Ze waren goed aangepast aan het leven in koude gebieden en maakten gebruik van gereedschappen.

Slide 8 - Tekstslide

Geef een korte introductie over wie de neanderthalers waren en hoe ze leefden.
Cultuur en historie
Cultuur verwijst naar de manier waarop een groep mensen leeft, inclusief hun taal, gewoonten en geloofssysteem. Historie verwijst naar de geschiedenis van mensen die is vastgelegd in geschreven bronnen.

Slide 9 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen cultuur en historie en hoe deze begrippen relevant zijn voor het bestuderen van de prehistorie.
Sociale verschillen
In de prehistorie waren er al sociale verschillen tussen mensen. Sommige mensen hadden meer macht, bijvoorbeeld door hun kennis van jachttechnieken of hun rol als sjamaan.

Slide 10 - Tekstslide

Bespreek het bestaan van sociale verschillen in de prehistorie en geef voorbeelden van hoe deze verschillen zich manifesteerden.
Interactieve quiz
Test je kennis over de prehistorie met deze quiz! Klik op de link om de quiz te starten.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen de interactieve quiz spelen om hun kennis over de prehistorie te testen. Zorg ervoor dat je de quiz van tevoren hebt voorbereid.
Samenvatting
Vandaag hebben we geleerd dat het lastig is om het begin van de geschiedenis van de mens te bepalen. We hebben ook geleerd hoe jagers-verzamelaars leefden en waarom zij rondtrokken. Verder hebben we besproken hoe het ontbreken van schriftelijke bronnen van invloed is op wat we over de prehistorie weten.

Slide 12 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten samen die in de les zijn behandeld en benadruk de leerdoelen van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.