5.2 Will/ shall

Present Simple & Continuous
5.3 Will & shall
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Simple & Continuous
5.3 Will & shall

Slide 1 - Tekstslide

Goals
- I can use will/ shall in a sentence ( in a question, a negative form and an affirmative sentence).

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'will' in de zin
'I will help you!'

Slide 3 - Open vraag

Will
Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

I will get a new TV soon.
 --->  
Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.

Slide 4 - Tekstslide

Formule
will + werkwoord

Voorbeeld: He will eat a burger.


Slide 5 - Tekstslide

Vormen
Je kan will op twee manieren schrijven:
  1. Lange vorm: Will
    He will close the window. It is cold.

  2. Korte vorm: 'll
    He'll close the window. It is cold.

Slide 6 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', of gebruik de korte vorm: won't 

I will not help you.           --- OF ---         I won't help you.
The cat will not eat.        --- OF ---         The cat won't eat.
His car will not start.      --- OF ---         His car won't start.

Slide 7 - Tekstslide

SAMENVATTING

Slide 8 - Tekstslide


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you you money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 11 - Quizvraag

I don't like Peter. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 12 - Quizvraag

Look at the dark clouds. It ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 13 - Quizvraag

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' voor het onderwerp.

Will he see us again?

Bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall' in plaats van 'will'.

Shall we go on a date?

Slide 14 - Tekstslide

I have football practise tonight. We ... a movie tonight.
A
will watch
B
will watches
C
won't watches
D
won't watch

Slide 15 - Quizvraag

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 16 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 17 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 18 - Sleepvraag

Marie ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 19 - Sleepvraag

Toetsplanning
Unit 5, les 2 -> Vrijdag 31 mei

Unit 5 lees- en luistertoets -> Donderdag 6 juni

Unit 5, les 4+5 -> Vrijdag 14 juni

Alles staat al in Magister! :D

Slide 20 - Tekstslide

Homework/ Studytime 
Do: 5.3 ex. 1-10
Done… Test jezelf 5.2
of Woordtrainer 5.2



timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide