11. Eindmeting chapter 1
1 / 48
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
long hair
beard
tall
glasses
Slide 2 - Sleepvraag
Curly hair
Braces
grand-parents
twins
Slide 3 - Sleepvraag
Translate/vertaal:
lazy
lazy
Slide 4 - Open vraag
Translate/vertaal:
mean
mean
Slide 5 - Open vraag
Translate/vertaal:
relaxed
relaxed
Slide 6 - Open vraag
happy
cousin
niece
nice
neef, nicht
nichtje
blij, gelukkig
aardig
Slide 7 - Sleepvraag
Translate / vertaal:
verlegen
verlegen
Slide 8 - Open vraag
Translate / vertaal:
slim
slim
Slide 9 - Open vraag
Translate / vertaal:
gescheiden
gescheiden
Slide 10 - Open vraag
Translate / vertaal:
stiefvader
stiefvader
Slide 11 - Open vraag
Translate / vertaal:
steil (haar)
steil (haar)
Slide 12 - Open vraag
Translate / vertaal:
De man is getrouwd en is grappig en vriendelijk
De man is getrouwd en is grappig en vriendelijk
Slide 13 - Open vraag
Translate / vertaal:
10, 20, 30, 40, 50
10, 20, 30, 40, 50
Slide 14 - Open vraag
Translate / vertaal:
60, 70, 80, 90, 100
60, 70, 80, 90, 100
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
To be (= zijn)
I ...
He/She/It ...
You/We/They ...
Am
Is
Are
Slide 17 - Sleepvraag
I
You
He
She
It
We
You
They
Het werkwoord 'to be'
am
is
are
are
are
are
is
is
Slide 18 - Sleepvraag
I ____ tired.
A
is
B
are
C
am
D
have
Slide 19 - Quizvraag
She ____ my friend.
A
to be
B
are
C
is
Slide 20 - Quizvraag
You _____ hungry.
A
am
B
to be
C
are
D
is
Slide 21 - Quizvraag
They ____ at home.
A
is
B
are
C
am
Slide 22 - Quizvraag
Where ____ I?
A
am
B
are
C
is
Slide 23 - Quizvraag
She ...... happy.
Gebruik kleine letters! Niet afkorten!
Slide 24 - Open vraag
They ....... nice.
Gebruik kleine letters! Niet afkorten!
Slide 25 - Open vraag
They .......... in Dublin.
Gebruik kleine letters! Niet afkorten!
Slide 26 - Open vraag
I .............. at home.
Gebruik kleine letters! Niet afkorten!
Slide 27 - Open vraag
John and I .......... a couple.
Gebruik kleine letters! Niet afkorten!
Slide 28 - Open vraag
He ............. at work.
Gebruik kleine letters! Niet afkorten!
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
I
You
He
She
It
We
You
They
Het werkwoord 'to have'
have
has
have
have
have
have
has
has
Slide 31 - Sleepvraag
My brother ........... a driver's license.
A
has
B
have
Slide 32 - Quizvraag
Pim and Jim ....... the same girlfriend. They just don't know.
A
has
B
have
Slide 33 - Quizvraag
My mum ........ a headache right now.
A
has
B
have
Slide 34 - Quizvraag
Me and my dad ......... a motorbike.
A
has
B
have
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
I never ______ (sleep/sleeps) during the lessons.
Slide 37 - Open vraag
We _______ (like/likes) to go to the cinema.
Slide 38 - Open vraag
The cat _______ (jump/jumps) on my lap every day.
Slide 39 - Open vraag
My sister _______ (watch) Netflix all night.
Slide 40 - Open vraag
Water _____ (boil) at 100 degrees celsius.
Slide 41 - Open vraag
The baby ______ (cry) all day.
Slide 42 - Open vraag
A policeman often ______ (carry) a gun.
Slide 43 - Open vraag
Jack and Peter ______ (swim) in the sea every weekend.
Slide 44 - Open vraag
My brother and I always _______ (eat) popcorn during movies.
Slide 45 - Open vraag
Slide 46 - Tekstslide
child
orange
house
uniform
hour
M&M
A
A
A
An
An
An
