- Een globale grafiek tekenen
- Van een grafiek aangeven om welk verband het gaat
- Bij een grafiek stijgende, dalende en constante delen aangeven
- Gegevens uit een grafiek aflezen
- Te zien of een stijging of daling in een deel van de grafiek sneller of langzamer is dan in een ander deel van de grafiek
- Bij een tabel een grafiek tekenen
- Een zaagtand gebruiken
- Een geschikte stapgrootte kiezen