Week 4 : Letterlijk figuurlijk

Letterlijk of figuurlijk?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 11 min

Onderdelen in deze les

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 1 - Tekstslide

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Dat is een vreemde vogel.
Is dit letterlijk of figuurlijk
A
letterlijk
B
figuurlijk
C
letterlijk en figuurlijk

Slide 5 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quizvraag

Letter of figuurlijk?
Ik heb overal schijt aan!
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk?
A
Letters staan in het alfabet en figuren niet.
B
Figuurlijk is dat het precies zo bedoeld als er staat. Letterlijk is anders bedoeld.
C
Letterlijk is dat het precies zo bedoeld is, als het er staat. Figuurlijk is anders bedoeld.
D
Er zit geen verschil tussen letterlijk en figuurlijk. Je mag kiezen wat je gebruikt.

Slide 8 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?
Ga op het dak zitten.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quizvraag

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
'Ze kookt van woede.'
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 11 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

'Sommige paddenstoelen zijn eetbaar.'
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 12 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

'Ingrid struikelde over een opstapje.'
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 13 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk:
De kat in de zak kopen.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 14 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide