Woordenschat 4K

Ik lees elke dag alleen nog maar berichten die actueel zijn.
Betekenis actueel:
A
van dit moment
B
van gisteren
C
van vroeger
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Ik lees elke dag alleen nog maar berichten die actueel zijn.
Betekenis actueel:
A
van dit moment
B
van gisteren
C
van vroeger

Slide 1 - Quizvraag

Door te staken willen ze beletten dat de olieprijzen nog verder omhoog gaan. Betekenis beletten:
A
benadrukken
B
verhinderen
C
veroorzaken

Slide 2 - Quizvraag

Wij benijden jullie, omdat jullie al vrij zijn na het examen. Betekenis benijden:
A
boos zijn op iemand
B
jaloers zijn op iemand
C
trots zijn op iemand

Slide 3 - Quizvraag

Eerst bestonden er nog geen telefoons, nu heeft iedereen er één. Wat een contrast! Betekenis contrast:
A
conclusie
B
tegenslag
C
tegenstelling

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer je een IKEA-kast in elkaar zet, is elk detail belangrijk. Betekenis detail:
A
idee
B
klein onderdeel
C
pagina

Slide 5 - Quizvraag

Martijn heeft een gecompliceerd karakter. Betekenis gecompliceerd:
A
moeilijk
B
makkelijk
C
vrolijk

Slide 6 - Quizvraag

In de mail van school staat dat we in de loop van de week wat horen. Betekenis in de loop van:
A
na lange tijd
B
niet aan het begin, maar ook niet aan het eind
C
op een bepaald tijdstip in de periode

Slide 7 - Quizvraag

Op het mbo moet je in staat zijn tot het goed plannen van je werk. Betekenis in staat zijn tot:
A
iets kunnen
B
iets bewijzen
C
iets laten staan

Slide 8 - Quizvraag

Hij laat altijd indirect weten wat hij ergens van vindt. Betekenis indirect:
A
meteen
B
vaag
C
met een omweg

Slide 9 - Quizvraag

Welke methode hebben ze gebruikt om dat onderzoek uit te voeren? Betekenis methode:
A
boek
B
manier om iets te doen
C
middelen

Slide 10 - Quizvraag

De winkelier moest een obstakel voor zijn winkel weghalen. Betekenis obstakel:
A
hindernis
B
hulpmiddel
C
takelwagen

Slide 11 - Quizvraag

Hij moest zijn presentatie onderbreken, omdat er iets mis ging. Betekenis onderbreken:
A
afgelasten
B
harder spreken
C
tijdelijk stoppen

Slide 12 - Quizvraag

De voetballers streven naar een plek in de finale. Betekenis streven naar:
A
beloven
B
je iets afvragen
C
proberen te bereiken

Slide 13 - Quizvraag

Er is een rommelmarkt ten behoeve van een waterproject in een dorp in Nepal. Betekenis ten behoeve van:
A
(bestemd) om
B
(bestemd) tegen
C
(bestemd) voor

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht 4 (antwoorden)
1. actuele
2. gedetailleerd
3. onderbroken
4. gecompliceerde
5. streeft/streefde naar
6. belette
7. benijd

Slide 15 - Tekstslide

Omdat Roel zijn toets Engels ingezien had, begreep hij zijn fouten beter.
Jette neemt Mentos, dropjes, lolly’s en kauwgum mee.
Wist je dat Parijs vroeger Lutetia heette?
Dat is het Latijnse woord voor ‘modder’.
Bjorn riep keihard door de zaal: ‘We zijn kampioen van Nederland!’
In maart komt het vervolg van Jurrasic park in Pathé.
Jolinde houdt niet van de lente, want ze heeft last van hooikoorts.


Slide 16 - Tekstslide