In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
TikTok or guns?
Today's goals:
to use if-conditionals correctly
analyse your speaking results
get to know more about the Carribean
Slide 1 - Tekstslide
So first
Tables apart
5 minutes to do the bonus
Then... test analysis together, then intro to unit Carribean
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Welcome to the Caribbean
Slide 3 - Tekstslide
First Conditional
Vorm: bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Present Simple en in het andere zinsdeel will + een werkwoord.
Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
First conditional
Slide 6 - Tekstslide
If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test.
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
Hier:study
Slide 7 - Tekstslide
If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test.
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + een werkwoord
will pass
* If-zin, het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
study
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
What do you think of when you hear the word 'Carribean'?
Slide 10 - Woordweb
How many nations do The Caribbean consist of?
A
4
B
17
C
13
D
1
Slide 11 - Quizvraag
Can you name some?
Slide 12 - Woordweb
1. If you ____ (to eat) all of these sweets, you ____ (to get) sick.
2. If it ____ (to snow), we ____ (to cancel) the trip.
3. If she ____ (not - to study), she ____ (not - to pass) the exam.
IF
present simple
IF
will
,
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Read this...
Is this likely/probable?
1. If I ____ (to find) a suitcase full of diamonds, I ____ (to bring) it to the police.
2. If that phone ____ (to be) cheaper, he ____ (to buy) it immediately.
3. If we ____ (to have) more time, ____ we (not - to go) home.
Slide 15 - Tekstslide
Work on planner
§4.2: 10, 13, test jezelf
Study: words geology/geography.
grammar: if sentences
Slide 16 - Tekstslide
Group work
in groups you will find out something about the caribbean
who's doing what? assign roles
when finished before the timer: who can draw the best pirate?