Datatype = Het soort "iets" wat de computer voor je onthoudt
Output
string - voor tekst
int - voor hele getallen
getallen kunnen we (o.a.) optellen
Slide 10 - Tekstslide
Datatypes
Datatypes hebben bepaalde eigenschappen en functies. Zo kan je bijvoorbeeld geen tekst bij getallen optellen
Output
string - voor tekst
int - voor hele getallen
getallen kunnen we optellen
Eh.. wut?
Wat hier staat is dat de computer een int (getal) niet aan een string (text) kan concatten (aan elkaar vast plakken). Concatten is dus een voorbeeld van een functie die een string wel heeft maar een int niet.
Dit hoef je voor deze les niet perse te weten, maar het is misschien wel handig ;)
Slide 11 - Tekstslide
Input output
Om zelf iets in te voeren kan je gebruik maken van de functie input
Output
deze functie zorgt dat je programma naar invoer vraagt
Er staat twee keer noot: de eerste keer is de invoer en de twee keer is de print
Slide 12 - Tekstslide
Input output
Een input is altijd een string
Output
Wat wordt de output van deze code?
Hier vullen we in: 3
Hier vullen we in: 2
Watskeburt?!
Hier gebeuren eigenlijk twee dingen:
1. een getal wordt als woord beschouwd
2. twee woorden worden "opgeteld". Of eigenlijk: aan elkaar geplakt
Slide 13 - Tekstslide
Van een string een int maken
We hebben gezien wat er gebeurt als je twee strings bij elkaar "optelt". Als we willen kunnen rekenen met "2" en "3" moeten we eerst tegen python vertellen dat het getallen zijn en geen tekst
Output
Hier gebruiken we een functie om van een string een int te maken
Slide 14 - Tekstslide
Hier worden twee antwoorden vergeleken en wordt het goede antwoord fout gekeurd!