Sinterklaas

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In der Stunde:

- Wörterliste besprechen
- Text lesen
- Nikolaus informationen

Am Ende der Stunde weißt du mehr von dem Nikolaustag in DACH-Länder

Slide 2 - Tekstslide

Wörter - Seite 106/107 - Kapitel 3
werkwoorden vervoegen - : Seite 110                    - Maak zinnen

1. Van sinaasappelen  kookt hij marmelade.
2. Het avondeten eten jullie met mes en vork.
3. Chocolade smaakt zoet.
4. De man bestelt een  portie ijs.
5. Misschien deelt zij het snoep.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken Aufgabe 1 & 2 - Seite 170

Herhalen Grammatik - Seite 110 - vervoegen ww.

Neu: De bezittelijke voornaamwoorden - leer de NL. vertalingen

Ik heb mijn boek vergeten.
Jij hebt jouw boek vergeten.

Let op ! -
De vrouwelijke  & meervoud woorden krijgen een -e achter het bezittelijke voornaamwoordn


Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld:

vrouwelijk & meervoud
die Banane - meine 
die Bananen - meine

Maar: 
der Apfel - mein Apfel
das Brot - mein Brot

Slide 5 - Tekstslide

Hausaufgaben für Freitag:

Machen Aufgaben 2 & 3  - Seite  170/171- Kapitel 3
Lernen: alle  Grammatik - Seite 110

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Komt Sinterklaas ook in Duitstalige landen op bezoek? Zoja, welke landen.

Slide 8 - Woordweb

Hoe vieren ze Sinterklaas in Duitstalige landen? Schrijf op wat je weet.

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Link

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?
A
4 december
B
5 december
C
6 december
D
24 december

Slide 11 - Quizvraag

Tegenwoordig vieren we de …………………
van Nikolaus
A
verjaardag
B
naamdag

Slide 12 - Quizvraag

Vanwege zijn goede daden werd hij tot …………… benoemd.
A
bisschop
B
koning
C
graaf
D
leraar

Slide 13 - Quizvraag

Nikolaus und Knecht Ruprecht
  • in den meisten Teilen Deutschlands (norden und mitten)
  • Begleiter des  Nikolaus
  • Ruprecht hatte eine Rute mit
  • Er ist schmutzig und trägt braun oder schwarz
  • Er bestrafft böse Kinder, die nicht brav sind

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat hebben Nikolaus en Ruprecht altijd bij zich?
A
cadeaus, chocolade, roe
B
cadeaus, roe, gouden boek
C
chocolade, roe, gouden boek
D
cadeaus, gouden boek, chocolade

Slide 16 - Quizvraag

Waar staat Ruprecht symbool voor?
A
liefde
B
rijkdom
C
eerlijkheid
D
bedreiging

Slide 17 - Quizvraag

Hoe ziet Ruprecht er in het filmpje uit?
A
donkerbruine baard, lichtbruin haar, lichtbruine kleding, draagt een roe bij zich
B
donkerbruine baard, donkerbruine haren, donkerbruine kleding, draagt een zak bij zich
C
donkerbruine baard, donkerbruin haar, lichtbruine kleding, draagt een zak en roe bij zich
D
lichtbruine baard, lichtbruin haar, donkerbruine kleding, draagt een roe en zak bij zich

Slide 18 - Quizvraag

Nikolaus und Krampus
  • In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
  • Krampus begleitet Nikolaus
  • Die machen Paraden durch die Straßen
  • Eine dämonische Figur
  • Kinder haben Angt vor dem Krampus

Slide 19 - Tekstslide

Weiter mit dem Buch:

Kapitel 3

Text Wolf Aufgabe 14 - Seite 100
Aufgabe 21 - schreiben - Seite 107


Slide 20 - Tekstslide

Hausaufgaben für Freitag:

Machen Aufgaben 21  - Seite  60- Kapitel 2
Lernen Wörter D/F - Seite 123
Wiederholen: 
werkwoorden
Seite 126 & 87

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Video