5.1: stroomgebieden van NL-rivieren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

les 1: stroomgebieden van NL-rivieren

• Welke rivieren waar in NL?
•  Kenmerken van de Rijn en de Maas
• Begrippen: delta, debiet en regiem

Uitleg begrippen

opdracht

nabespreken

weektaak

Waterafvoer = debiet

Welke rivier heeft een hoger debiet?

Waterafvoer = debiet

Het debiet van de Rijn is hoger dan het debiet van de Maas

Waterafvoer = debiet

Hoe komt het dat in de winter het debiet van de rivieren hoger is?

Waterafvoer = debiet

Het is dan koud waardoor er dan minder water verdampt.

Schommeling in waterafvoer = regiem

In de winter is het debiet een stuk hoger dan in de zomer.

Die schommeling noem je het regiem van de rivier.

Schommeling in waterafvoer = regiem

Welk van de twee rivieren heeft een onregelmatiger regiem?

Schommeling in waterafvoer = regiem

Welk van de twee rivieren heeft een onregelmatiger regiem?

Rijn

hoogste debiet = 2700

laagste debiet = 1600

Verschil is ongeveer x1,5

Maas

hoogste debiet = 500

laagste debiet = 100

Verschil is ongeveer x5

Een delta: rivier die vertakt bij zee

De opdracht

• Per tweetal 1 blad.
• Schrijft jullie namen op.
  
  
• A: Teken de rivieren in + maak de legenda
• B: Omcirkel de stroomgebieden
• C: Zet de begrippen op de juiste plek op de kaart. 

Klaar? Maak alvast opdracht 1 t/m 5 van hoofdstuk 5, paragraaf 1.

GEBRUIK lesboek 5.1

Nabespreking

les 1: stroomgebieden van NL-rivieren

• Welke rivieren waar in NL?
•  Kenmerken van de Rijn en de Maas
• Begrippen: delta, debiet en regiem

Uitleg begrippen

opdracht

nabespreken

weektaak