Verschil tussen de logistiek medewerker en de assistent logistiek medewerker?
De logistiek medewerker werkt zelfstandig.
De assistent logistiek medewerker helpt mee met goederen.
Slide 3 - Tekstslide
1.2 Ontvangst en opslag voorbereiden
Er zijn 4 stappen bij het voorbereiden van ontvangst:
De ontvangst-planning doornemen
De losplaats vrijmaken
Retourgoederen en emballage klaarzetten
Transportmiddelen klaarzetten
Slide 4 - Tekstslide
1.2.1 ontvangstplanning doornemen
Voordat je spullen kan ontvangen moet je eerst kijken wat er precies op de planning staat. welke goederen komen vandaag binnen? Kijk samen met je collega naar de ontvangstplanning. zo weet je wat er moet gebeuren.
Slide 5 - Tekstslide
Ontvangstplanning
Op de ontvangstplanning kun je het volgende lezen:
Wie de goederen levert.
welke goederen er worden geleverd.
waar de goederen worden geleverd.
wanneer de goederen worden geleverd.
hoe de goederen worden geleverd.
hoeveel goederen worden geleverd.
Slide 6 - Tekstslide
1.2.2 De losplaats vrijmaken
De losplaats is de plaats waar je de goederen uit de vrachtwagen haalt. Zorg ervoor dat er :
geen materialen in de weg staan
geen rommel ligt
geen viezigheid ligt
geen goederen uit een vorige leveringstaan die nog niet in opslag zijn genomen
Slide 7 - Tekstslide
1.2.3 Retourgoederen en emballage klaarzetten
Retourgoederen zijn goederen die terug moeten naar de leverancier. er zijn veel redenen waarom goederen teruggaan naar een leverancier.
Emballage is het verpakkingsmateriaal van de goederen. dit zijn bijvoorbeeld pallets, kratten of rolcontainers. vaak zit hier statiegeld op zodat er voorzichtig mee wordt omgegaan.
Slide 8 - Tekstslide
1.2.4 Transportmiddelen klaarzetten
Als laatste stap zet je de transportmiddelen voor het lossen klaar. deze hulpmiddelen noem je (interne) transportmiddelen om de goederen uit de vrachtwagen te halen.
Slide 9 - Tekstslide
1.3 Aanmelden
De chauffeur laat ALTIJD weten dat hij er aan komt. Hij doet dit door zich aan te melden. Soms belt de chauffeur op de dag zelf over de aankomsttijd. Soms is dit al veel eerder bekend en doorgegeven.
Veel magazijnen gebruiken hiervoor een computersysteem, dit systeem noem je het Warehous Management system (WMS)
Slide 10 - Tekstslide
WMS
In het WMS kun je ook lezen welke goederen de chauffeur komt brengen. Hier hoort een ordernummer bij. Als de chauffeur zich aanmeldt, geeft hij de vrachtdocumenten of het ordernummer door. zo kun je controleren of het om de juiste producten gaat.
Slide 11 - Tekstslide
1.4 Dock
De chauffeur rijdt zijn vrachtwagen in een dock. Een dock is een laad of losplaats voor de vrachtwagen.
Dockplanning: in een dockplanning staat bij welk docknummer de vrachtwagen moet laden of lossen.
Slide 12 - Tekstslide
Crossdocking
Soms brengt een chauffeur goederen die een andere chauffeur weer mee moet nemen. als dit snel moet gebeuren worden de goederen niet opgeslagen. ze gaan dan meteen van een losdock naar een laaddock. Dit noem je crossdocking .
Slide 13 - Tekstslide
1.5 containers met gevaarlijke stoffen
Sommige containers bevatten gevaarlijke stoffen die kunnen ontploffen of giftig zijn.
Containers met gevaarlijke stoffen kan je herkennen aan: