Kapitel 3 Grammatik Klas 2 Tijdsbepaling met im, am, um, kloktijden

Kapitel 3 

Grammatik A+E
Gebruik je echte naam!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kapitel 3 

Grammatik A+E
Gebruik je echte naam!

Slide 1 - Tekstslide

Grammatik A en E: tijdsbepalingen met im, am, um
Aan het einde van de les kun je:
- kun je de tijd aangeven en im, am, um, gebruiken;
- kun je de kloktijden gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Tijdsbepalingen
1. im →  Als je wilt zeggen in welke maand/ seizoen iets gebeurt.
2. am →  Als je wilt zeggen in welke datum /dag vd week/dagdeel iets gebeurt. 
3. um →  Als je wilt zeggen om hoe laat iets gebeurt.  

Slide 3 - Tekstslide

im, am, um
seizoen
maand
dag van de week
datum
tijdstip
im
im
am
am
um

Slide 4 - Sleepvraag

Mein Fußballtraining ist ... Dienstag... 20.00 Uhr.
A
am, um
B
im, um
C
um, am
D
um, im

Slide 5 - Quizvraag

..... Winter ist es kalt.
A
um
B
im
C
am

Slide 6 - Quizvraag

... Mai habe ich Geburtstag.
A
im
B
am
C
um

Slide 7 - Quizvraag

... 23. September gibt es eine große Party.
A
im
B
am
C
um

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
Es ist...
Denk aan de hoofdletters!

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
vijf voor twaalf: Es ist...

Slide 11 - Open vraag

Wanneer schrijf je 'eins'? Kies 2 antwoorden!
A
Bij een half uur, half 1
B
Bij een heel uur, 1 uur
C
Bij een kwartier voor of na, kwart voor/over 1

Slide 12 - Quizvraag

Hoe schrijf je dus deze kloktijd in het Duits?
12.30
A
Es ist halb eins
B
Es ist halb ein
C
Es ist halb eins Uhr
D
Es ist halb dreißig

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer zet je het woordje 'Uhr' achter de kloktijd?
A
Bij een heel uur, zwei Uhr
B
Bij een half uur, halb zwei Uhr
C
Bij een kwart, Viertel nach /vor zwei Uhr

Slide 14 - Quizvraag