2.2 - A- Het leven in een Griekse stadstaat

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

2.2 Het leven in een Griekse stadstaat

Planning

• Leerdoelen
• Ontstaan van Griekse samenleving
  
• Stadstaat Athene 
• Stadstaat Sparta
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

Leerdoelen

• Aan het einde van deze les kun je voorbeelden noemen van twee stadstaten.
  
  
• Je kunt uitleggen welke middelen van bestaan de Grieken hadden. 
  
  

Huiswerkdoelen

• Je weet welke drie middelen van bestaan de Myceense beschaving had. 
  
  Je weet hoe de hoge steden van de Myceens beschaving worden genoemd.  
  
  
• Je kunt drie oorzaken noemen voor de ondergang van het Myceense rijk

Ontstaan van Griekse samenlevingen

• Rond 1600 v. Chr.  ontstaan van de stad Mycene op het eiland Peloponessos.
  
  
• Pas sinds de 19e eeuw opgravingen: kleitabletten, sieraden.
  
  
• Mycene was een rijke beschaving met een koning, 
  

• Er was landbouw, veeteelt en handel over zee.
  
  
• Verhalen over koningen, paleizen en goden werden generatie op generatie doorverteld. 
  
  

Griekse stadstaten

• Rond 750 v. Chr. ontstaan er nieuwe steden: stadstaten. 
  
  
• Akropolis: hoge stad: belangrijkste tempels. Polis: stadstaat.
  
  
• Stadstaten bestuurden onafhankelijk van elkaar.; eigen regels. 
  
  
• Vereerden dezelfde goden en hadden dezelfde taal. 

Stadstaat Athene

• Leven van de landbouw, veeteelt en handel.
  
  
• De man stond aan het hoofd van het gezin. 
  Werkt op het land en handelt. 
  
  
• Vrouwen waren ondergeschikt en voeden kinderen op.
  
  
• Alleen jongens gaan naar school. 

• Meisjes mogen trouwen vanaf 14 jaar. 

Stadstaat Sparta (1)

• Stadstaat die gericht was  op oorlogsvoering.
  
  
• Sparta veroverd Messinië, inwoners worden heloten genoemd. Zij worden tot slaaf gemaakt.
  
  
• Stadstaat Sparta had meer slaven dan Spartanen. 

Stadstaat Sparta (2)

• Jongens gingen vanaf 7 jaar uit huis voor militaire training.
  
  

Een Spartaanse opvoeding: training van uithoudingsvermogen. 

• Volwassen mannen leven in eetgenootschappen. 
  
  
• Meisjes werden thuis opgevoed. 

Zelfstandig werken

• Maak opdracht 1 tot en met 10 online
• Je werkt zelfstandig.
• Mevrouw kijkt de antwoorden na.
• Ben je daar mee klaar? Dan maak je de test jezelf van paragraaf 2.2. 
  
• Ben je klaar? Schrijf dan een samenvatting en stuur die op naar mij. 

Leerdoelen

• Aan het einde van deze les kun je voorbeelden noemen van twee stadstaten.
  
  
• Je kunt uitleggen welke middelen van bestaan de Grieken hadden. 
  
  
• Je kunt de begrippen Akropolis en heloten uitleggen.