1HV - par. 4.4 (2)
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De vader van Jakob en Esau was:
A
Mozes
B
Jozef
C
Isaac
D
Abraham
Slide 6 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het eerstgeboorterecht?
A
Een groter deel van de erfenis
B
De baas zijn over je broers en zussen
C
Moeten zorgen voor je familie
D
De lieveling van je vader zijn
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noemen we een gebed waarbij je wordt toegewenst dat God bij je is?
A
zegen
B
cadeau
C
smeekbede
D
dankzegging
Slide 8 - Quizvraag
Izaäk moest vluchten voor zijn broer Ezau. Waarom?
A
omdat hij hem vieze soep had gegeven
B
omdat hij hem had bestolen
C
omdat ze verliefd waren op hetzelfde meisje
D
omdat hij zijn vader had bedrogen en de zegen van Ezau had gestolen
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat betekent het spreekwoord 'boontje komt om zijn loontje'?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
0
Slide 15 - Video
Wat wil Jakob als loon voor zijn werken?
A
Heel veel schapen
B
Geld
C
Trouwen met Lea
D
Trouwen met Rachel
Slide 16 - Quizvraag
Wie was Jakobs eerste vrouw?
A
Lea
B
Rachel
Slide 17 - Quizvraag
Jakob trouwt met Rachel. Hoe lang moet hij werken voor haar?
A
Hij trouwt meteen met haar.
B
7 jaar.
C
14 jaar.
D
12 jaar
Slide 18 - Quizvraag
Waarom bedriegt Laban Jakob?
A
Het is de gewoonte dat eerst de oudste dochter trouwt
B
Hij vindt Jakob niet goed genoeg voor Rachel
C
Lea is stiekem verliefd op Jakob en dat weet Laban
D
Laban is bang dat anders niemand met Lea trouwt
Slide 19 - Quizvraag
Hoe zou jij je voelen als je Lea was?
Slide 20 - Woordweb
Slide 21 - Tekstslide
Jakob krijgt?
A
12 zonen
B
10 zonen
C
9 zonen
D
7 zonen
