Mediawijsheid deel 6 bronvermelding

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in deze les

  • Je weet wat bronnen zijn. 
  • Je weet hoe je om moet gaan met verschillende bronnen.
  • Je weet hoe je handig kunt zoeken op internet.
  • Je weet wat een bronvermelding is.
  • Je weet hoe je een bronvermelding moet maken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bronnen ken je?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een land waar je voor het eerst naartoe gaat.
A
een reisgids
B
een fictief boek dat zich daar afspeelt.

Slide 4 - Quizvraag

Een reisgids bevat feitelijke informatie  over een land of plek, terwijl de schrijver van een fictief boek dingen kan verzinnen die hij/zij in het boek verwerkt.
Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een specifieke politieke partij.


A
krantenartikel over die partij
B
een televisiespotje van die partij

Slide 5 - Quizvraag

Een krantenartikel bevat objectieve informatie en heeft niet als doel stemmen te werven voor een bepaalde politieke partij. Een televisiespotje van een politieke partij heeft als doel stemmen te werven voor deze politieke partij, het spotje zal dus altijd een positief beeld van de partij schetsen.
Bruikbaarheid 
van bronnen
Wil je informatie uit een bron gebruiken? Beantwoord dan eerst deze vragen:


  1. Wie is de maker van deze bron? 
  2. Waarom? Wat is het doel van deze bron?
  3. Waar heeft de schrijver/maker zijn informatie vandaan?
  4. Wanneer is deze bron voor het laatst gemaakt/bijgewerkt?
  5. Hoe ziet de bron eruit? Is alle informatie duidelijk en goed weergegeven?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je een zoekmachine?

Je maakt gebruik van kernwoorden om informatie te zoeken.

Voorbeeld
  • Vraag:
    Hoe onderstreep je tekst in het programma Word 2016 met een dubbele lijn?

  • Kernwoorden:
    dubbel onderstrepen Word 2016

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk goed na over de kernwoorden die je gebruikt.
Zoek je nu echt waar je naar op zoek bent?


Bekijk het volgende voorbeeld maar eens
Je bent op zoek naar een auto van het merk Volkswagen en het type Kever en alleen in de kleur zwart.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kernwoorden
zwarte kever
kernwoorden
Volkswagen Kever zwart

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zoekt Google?
Als jij in Google intypt: mevrouw Van der Wal dan gaat Google zoeken op de woorden:
  • mevrouw
  • Van
  • der
  • Wal

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gericht zoeken
Wil je heel gericht zoeken dan moet je gebruik maken van aanhalingstekens ( " ):

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekresultaten filteren
Google heeft de mogelijkheid om zoekresultaten te filteren. Je kan zo gerichter zoeken, bijvoorbeeld op informatie die niet ouder is dan een week.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woord uitsluiten
Je kunt ook tegen Google zeggen dat bepaalde informatie juist niet weergegeven moet worden. Je gebruikt dan het minteken 
( - )

Voorbeeld
Je zoekt een recept om koekjes te bakken, maar je wilt geen resultaten krijgen waar het woord chocolade in voorkomt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt Google ook gebruiken om te zoeken 
op een specifieke website, 
zoals de website van school

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je zoekt naar informatie over de leerlingenraad
gebruik site:website.nl

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding
Tijdens het maken van verslagen hou je goed bij welke bronnen je gebruikt hebt. Het moet voor de lezer van je verslag duidelijk zijn waar je de informatie vandaan hebt gehaald.

Als je niet goed aangeeft dat je de tekst van een ander gebruikt kan dat leiden tot plagiaat. Het plegen van plagiaat kan je duur komen te staan.

In je verslag neem je altijd een bronvermelding op: een lijst waarop alle websites, boeken, artikelen en dergelijke staan die je hebt gebruikt om informatie te verzamelen.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een bronvermelding?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Mirjam Mous
Maak in Word (of evt. in Pages) een bestand aan dat je “Mirjam Mous” noemt. 
In dit bestand zet je  

• een korte levensbeschrijving van Mirjam Mous
• twee recensies van een boek van Mirjam


Zorg voor een bronvermelding met minimaal vier verschillende bronnen.


Voeg twee vragen toe die je naar aanleiding hiervan aan Mirjam zou willen stellen!


Je bestand moet 300 - 350 woorden bevatten. Lever het uiterlijk 31 mei a.s. in via itslearning.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mirjam Mous komt 5 juni naar onze school!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies