De formule van de present perfect
We maken de present perfect met:
Have / has
I have, you have, we have, they have
He has, she has, it has
+ voltooid deelwoord: derde rijtje (van de onregelmatige werkwoorden) of
-ed (achter het regelmatige werkwoord)
Bijv. To swim - swam - swum
To talk - talked