Het delend lidwoord

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Het delend lidwoord

Explication & 
exercices

Lesdoelen:

• Ik kan het delend lidwoord in het Frans gebruiken
• Ik weet welke lidwoorden ik gebruik na ontkenning, na hoeveelheid en bij werkwoorden die voorkeur aangeven 

Delend lidwoord in het Frans

Dat zijn: du - de la - de l' - des  

LET OP!

du, de la, de l' & des veranderen in de of d' NA ONTKENNING & NA EEN WOORD VAN HOEVEELHEID zoals :

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden

• un peu (een beetje)                        
• beaucoup (veel)
• une bouteille (een fles)
• une boîte (een doos)
• une tasse (een kopje)
• Attention! na wekwoorden aimer, adorer, préférer, détester, gebruik je : LE, LA, L' of LES

• un litre (een liter) 
• un kilo 
• une bouteille (een fles)
• un paquet (een pakje)
• un verre (een glas)

Vul het juiste delend lidwoord in: Ma mère achète____ lait (le)

1. des
2. de la
3. du
4. de

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je prends un verre ___ eau.

1. de la
2. de l'
3. d'
4. du

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates.

1. du
2. des
3. de la
4. de l'

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'ai acheté une bouteille ______ fanta

1. de
2. de la
3. du
4. des

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je vais acheter _____ oranges

1. de la
2. du
3. de l'
4. des

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père aime ______ crevettes.

1. des
2. les
3. de la
4. de l'

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai soif. J'ai bu un litre ____ eau.

1. des
2. de la
3. d'
4. de

Kies het juiste delend lidwoord:
Elle boit une tasse ______ café.

1. de la
2. des
3. de l'
4. de

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai besoin d'un peu ____ lait

1. du
2. de
3. de la
4. de l'

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je déteste _______ aubergine.

1. du
2. l'
3. de l'
4. de

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père n'aime pas la viande, il préfère _____ plats végétariens.

1. des
2. de l'
3. de la
4. les

Kies het juiste delend lidwoord:
Je mange toujours beaucoup ____ fromage.

1. du
2. de
3. de la
4. de l'

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'achète une bouteille _______ eau minérale.

1. du
2. d'
3. de l'
4. de

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu veux aussi _______ soupe? (la)

1. des
2. de l'
3. de la
4. du

Aflsluiting!

We gaan deze quiz door middel van drie vragen afsluiten!

Afsluitingsvraag 1
- Welke 4 delende lidwoorden zijn er in het Frans?

Afsluitingsvraag 2
Na ontkenning/hoeveelheid, verandert een delend lidwoord in....

Afsluitingsvraag 3
Na werkwoorden aimer, adorer, détester & préférer, gebruik jij....

Hoe goed ken ik het delend lidwoord in het Frans?

😒🙁😐🙂😃