Kwaliteitszorg Thema 2 les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Communicator en Organisator

CO 2-4.2 WPL-opdracht: Vernieuwing in de zorg

Herhaling vorige les

Login op de lesson-up

zorg die wordt geboden door familie, vrijwilligers of mantelzorgers vallen onder

1. Nuldelijnszorg
2. Eerstelijnszorg
3. Tweedelijnszorg
4. Derdelijnszorg

Semimurale zorg is

1. zorg binnen de muren van een instelling
2. Zorg buiten de muren van een instelling
3. samenwerking tussen intra- en extramuraal
4. gedeelte binnen en gedeelte buiten muren

Palliatieve zorg is

1. Zorg om beter te worden
2. Chronische zorg of voor mensen met beperking
3. Zorg om ziekte te voorkomen
4. Gericht op menswaardig afscheid

Welke 3 sectoren heb je binnen de gezondheidszorg?

Werken in een zorgorganisatie

* Kenmerken van een zorgorganisatie

* Werkklimaat

* Arbeidsomstandigheden

Kenmerken van een zorgorganisatie

Organisatiestructuur

* De structuur van een organisatie is afhankelijk van de grootte van de organisatie.

* Een organisatiestructuur zorgt ervoor dat iedereen een plaats krijgt in de organisatie, daardoor weet je wat je functie is en aan wie je verantwoording verschuldigd bent.

* Bij je functie hoort een functieomschrijving waarin staat welke werkzaamheden je dient te verrichten en welke bevoegdheden je hebt.

Zelfsturing

Teams nemen, vanuit een gezamenlijk te behalen resultaat, zelf verantwoordelijkheid om oplossingen voor vraagstukken te bedenken en uit te voeren.

De rol van een manager verandert. (coach)

Missie, visie en doelstellingen

Missie 

Visie

Doelstellingen

Strategie

Opdracht

Maak 4 groepen en zoek bovenstaande onderwerpen op. Wat betekent dit en geef voorbeelden erbij.

Waarom is het belangrijk dat je als zorgproffessional weet wat er in de visie staat van de organisatie?

Formele en informele regels

Zoek op in duo's:

Wat zijn formele regels?

Wat zijn informele regels?

Grenzen aan het beroep

• Moeten: Meestal bepaalt de organisatie wat je moet als werknemer. Je moet je aanpassen aan deze regels. Ook wetten die voorschrijven wat je moet in je werk, zijn bindend.
• Mogen: Het is belangrijk te weten wat je mag als verzorgende. Als je iets doet wat je niet mag, ga je buiten je boekje. 
• Willen: Als je iets niet wilt en het is niet verplicht, dan ligt daar je grens.
• Kunnen: Je overschrijdt je grenzen als je iets doet wat je niet beheerst.

Schrijf voorbeelden op van situaties van je stage waarbij bovenstaande woorden duidelijk maken waar voor jou als stagiaire zorgprofessional grenzen liggen

CAO

Collectieve Arbeids Overeenkomst

* Zowel werkgevers als werknemers moeten zich houden aan deze vastgestelde rechten en plichten.

Werkklimaat

Waarom is een goed werkklimaat belangrijk?

Wat zou een goed werkklimaat kunnen verpesten?

Materiele en immateriele werkomstandigheden

Opdracht:

Maak met een groepje van 4 een mindmap. 

Daarin moet duidelijk worden wat materiele en immateriële werkomstandigheden zijn.

Agressie en intimidatie

* Verbale agressie

* Fysieke agressie

* Psychische agressie

Wat kunnen oorzaken zijn van agressie bij zorgvragers?

Wat kan jij als verpleegkundige doen om agressie te voorkomen?

Arbeidsomstandigheden

Beroepsziekten in de zorgsector

* Klachten aan polsen, armen, schouders en nek. (CANS)

* Rugklachten

* Huidaandoeningen

* Klachten door onregelmatige diensten

* PTSS

Balans tussen privé en werk

* Arbeidstijden, rooster, extra werken

* Nee durven zeggen

* Keuzes maken

Pesten en intimidatie

* Bespreekbaar maken met collega's, manager of vertrouwenspersoon.

* Klacht indienen

* Zoek hulp/ondersteuning

Dit geldt ook voor discriminatie op het werk!