MH2 Kapitel 2 Modalverben

MH2 Kapitel 2 Modalverben
dürfen - können - mögen - müssen - wollen +
wissen + möchten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

MH2 Kapitel 2 Modalverben
dürfen - können - mögen - müssen - wollen +
wissen + möchten

Slide 1 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
möchten Ich ..... gern eine Cola.

Slide 2 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
können Ich ..... mein Handy nicht finden.

Slide 3 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
können Wir .......... gut Volleyball spielen.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de betekenis van het werkwoord "mögen"?
A
houden van
B
lusten
C
zin hebben
D
iemand graag mogen

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
wollen Er ..... später gern Sänger werden.

Slide 6 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
wollen Sie (=meervoud!) ..... morgen vorbeikommen.

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
müssen Ich ..... mein Fahrrad reparieren lassen.

Slide 8 - Open vraag

Welke vormen van "wissen" zijn juist?
A
ich weiß, du weiß, er weiß
B
ich weiß, du weißt, er weißt
C
ich weiß, du weißt, er weiß
D
ich weiss, du weisst, er weiss

Slide 9 - Quizvraag

Welke vormen van "wissen" zijn juist?

A
wir weißen, ihr weißt, sie (=mv) wissen
B
wir wissen, ihr wisst, sie (=mv) wissen
C
wir wissen, ihr weißt, sie (=mv) wissen
D
wir wissen, ihr wisst, sie (=mv) weißen

Slide 10 - Quizvraag

Welk werkwoord betekent "mogen" in de betekenis "toestemming hebben"?
A
mögen
B
können
C
dürfen
D
wollen

Slide 11 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
müssen is beleefder dan möchten
B
wollen is beleefder dan möchten
C
können is beleefder dan möchten
D
möchten is beleefder dan wollen

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
dürfen Du ........ heute nicht shoppen.

Slide 13 - Open vraag