§6.5 Inkomsten voor de overheid

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2,3

H6

GT2

§6.5 Inkomsten voor de overheid

Leerdoel:

- Ik kan uitleggen welke inkomsten de overheid heeft.

4

Rechtspersoon

Een bedrijf dat of een instelling die zelfstandig rechten en plichten heeft, los van personen

Inkomstenbelasting

Belasting die mensen betalen over hun inkomen.

Vennootschapsbelasting

Belasting die bedrijven – zoals bv’s en nv’s – betalen over hun winst.

niet-belastingmiddelen

 

Alle inkomsten van de overheid die geen belastingen en geen sociale premies zijn.

Inkomsten van de overheid

Belastingontvangsten:

Niet-belastingontvangsten:

Voorbeelden

btw

accijns

inkomstenbelasting

winstbelasting

wegenbelasting

hondenbelasting

Voorbeelden

aandelen bedrijven (o.a. 

Staatsloterij, NS, Schiphol)

boetes

leges (o.a. paspoort, ID-kaart)

aardgas

belasting toegevoegde waarde (btw)

Belasting die consumenten betalen bij de aankoop van goederen en diensten.

Accijns

Belasting waarmee de overheid de consumptie van een product probeert af te remmen.

Accijns en subsidie

Wil de overheid iets afremmen?

Wil de overheid iets stimuleren?

Accijns

Subsidie

indirecte belastingen (kostprijsverhogende belastingen)

Belastingen die je aan bedrijven betaalt. De bedrijven geven het door aan de overheid: btw en accijnzen.

directe belastingen

Belastingen die je rechtstreeks aan de overheid betaalt; belastingen op inkomen, winst en vermogen.

Accijns en subsidie

Wil de overheid iets afremmen?

Wil de overheid iets stimuleren?

Accijns

Subsidie

Hoe bereken je
€ 7 = ... % van € 30?

1. 7 x 30 : 100
2. 30 x 7 : 100
3. 7 : 30 x 100
4. 30 : 7 x 100